3
Veiligheidsaanwijzingen en voor-
schriften
3.1
Veiligheidsaanwijzingen
3.1.1
Plaatsing en instelling
Plaatsing, instelwerkzaamheden, onderhoud en repara-
tie van het toestel mogen alleen worden uitgevoerd
door een erkend installateur.
Attentie!
a
Gebruik bij het vast- en losschroeven van
schroefverbindingen altijd passende steeksleu-
tels (geen buistangen, verlengingen enz).
Ondeskundig gebruik en/of ongeschikt gereed-
schap kan schade veroorzaken
(bv. gas- of waterlekkages)!
3.1.2
Gaslucht
Bij gaslucht moeten de volgende veiligheidsaanwijzingen
in acht worden genomen:
• bedien geen elektrische schakelaars in de gevarenzo-
ne
• rook niet in de gevarenzone
• gebruik geen telefoon in de gevarenzone
• sluit de gashoofdkraan
• ventileer de gevarenzone
• waarschuw het energiebedrijf of een erkend installa-
teur
3.1.3
Wijzigingen in de omgeving van het CV-toe-
stel
Aan de volgende inrichtingen mogen geen wijzigingen
worden uitgevoerd:
– aan het CV-toestel
– aan de leidingen voor gas, verbrandingslucht, water
en elektriciteit
– aan de rookgasafvoerleiding
– aan bouwconstructies die de gebruiksveiligheid van
het toestel kunnen beïnvloeden
3.1.4
Belangrijke aanwijzingen voor propaantoestel-
len
Ontluchting van de gastank bij het installeren van een
nieuwe installatie:
Verzeker u ervan dat de gastank ontlucht is voordat u
het toestel installeert. De leverancier van het vloeibare
gas is verantwoordelijk voor de ontluchting van de tank
conform de voorschriften. Als de tank slecht is ontlucht
kunnen er problemen bij de ontsteking ontstaan. Neem
in dit geval eerst contact op met degene die de tank
heeft gevuld.
Tanksticker aanbrengen:
Plak de meegeleverde tanksticker (propaankwaliteit)
goed zichtbaar op de tank resp. de flessenkast, zo dicht
mogelijk bij de vulnippel.
Installatie- en onderhoudshandleiding ecoTEC - 0020010964_05
Veiligheidsaanwijzingen en voorschriften 3
Gevaar!
d
Levensgevaar door verkeerde toestelwerking!
Er mag uitsluitend propaan gebruikt worden.
3.2
Voorschriften, normen en richtlijnen
De plaatsing, installatie en eerste ingebruikname van
het Vaillanttoestel mag enkel uitgevoerd worden door
een bekwaam installateur die, onder zijn verantwoorde-
lijkheid de bestaande normen en de installatievoor-
schriften naleeft.
Deze brochure moet aan de gebruiker overhandigd wor-
den.
De installatie dient uitgevoerd te worden in overeen-
stemming met de volgende normen, voorschriften en
richtlijnen:
– Alle bestaande voorschriften van de plaatselijke wa-
termaatschappij en BELGAQUA.
– Alle NBN-voorschriften in verband met drinkwater-
voorziening en reglementen waaronder de NBN E 29-
804.
– De Belgische norm NBN D 51-003 voor brandstoffen
lichter dan lucht.
– NBN 61-002
– Voor propaan NBN 51-006
– Alle NBN-voorschriften voor elektrohuishoudelijke toe-
stellen m.a.w. :
- NBN C 73 - 335 - 30
- NBN C 73 - 335 - 35
- NBN 18 - 300
- NBN 92 - 101 enz.
– De ARAB- en AREI-voorschriften
Bij de eerste in bedrijfstelling moet de installateur zowel
de gasals de wateraansluitingen van de installatie en het
toestel op dichtheid controleren.
BE
7
FL