In Bedrijf Nemen/Uit Bedrijf Nemen; Onderhoud; Algemene Aanwijzingen; Demontage Van De Pomp - KSB Ama-Porter 5 NE Serie Notice De Service

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 23

6. In bedrijf nemen/Uit bedrijf nemen

Pomp niet voor vloeistoffen gebruiken, waartegen de materia-
len volgens de technische documentatie niet bestendig zijn.
Voor het inschakelen van de pomp moet gewaarborgd zijn, dat
de volgende punten gecontroleerd en uitgevoerd zijn.
Controle
-- van de bedrijfsgegevens
-- van de draairichting
-- van de elektrische aansluitingen
-- van de correcte inbouw van de bouw
-- dat alle afsluiters in de installatie volledig geopend zijn.
6.1
In bedrijf nemen
Voor het in bedrijf nemen moet ervoor gezorgd worden, dat het
vloeistofniveau nooit onder de maat R daalt (zie maattabellen
blz. 68--69).
Bij continubedrijf (S1) moet de pomp geheel ondergedompeld
zijn.
Het bedrijf van de pomp in niet- -ondergedompelde toe-
stand leidt tot verhoogde slijtage en dient voorkomen te
worden!
6.1.1
Hoogte van de vloeistof in het reservoir
Maximale hoogte: 4 m.
6.1.2
Vloeistoftemperatuur
De gebruiker van de installatie moet ervoor zorgen, dat de
vloeistoftemperatuur 40 ºC niet overschrijdt.
Kortstondig (3 – 5 minuten) is een bedrijf bij 70 ºC toegestaan.
6.1.3
Schakelfrequentie
Maximaal 15 schakelhandelingen per uur.
6.1.4
Bedrijfsspanning
De afwijking tussen de bedrijfsspanning en de spanning van de
pomp moet lager dan 10% zijn.
6.1.5
Soortelijke massa van de te verpompen vloeistof
Max. s.m. 1,1. Bij hogere waarden is navraag noodzakelijk.
6.2
Uit bedrijf nemen / opslaan / conserveren
6.2.1
Opslaan van nieuwe pompen
-- Pomp rechtop op een droge plaats bij een temperatuur boven
0 ºC in de originele verpakking opslaan.
6.2.2
Maatregelen voor het langdurig uit bedrijf nemen
De pomp blijft ingebouwd.
Om ervan verzekerd te zijn, dat de pomp altijd bedrijfsgereed is,
moet het pompaggregaat per kwartaal voor korte tijd (ca. 1
minuut) op een goede werking gecontroleerd worden. Daarbij
moet het vloeistofpeil in de schacht of het reservoir boven de
maat R liggen.
6.2.2.2 De pomp wordt uitgebouwd en opgeslagen
Voordat de pomp opgeslagen wordt, dienen de volgende pun-
ten en 7.2. uitgevoerd te worden:
-- controle en de onderhoudsmaatregelen volgens par. 7.1.
-- de pomp reinigen en de inwendige delen door de zuig-- en
persaansluiting met paraffine--olie inspuiten
-- pomp tegen stof beschermen
-- elektrische kabel op schade controleren en aan de
pomphandgreep hangen, om te voorkomen, dat deze op de
grond komt te liggen. Kabeleinde afdichten.
-- daarna moet conservering volgens par. 6.2.1 plaats vinden.
58
7.
Service/Onderhoud
7.1

Algemene aanwijzingen

Principieel moeten werkzaamheden aan de
machine altijd met losgekoppelde elektrische
aansluitingen (inclusief stuurstroomkabel)
uitgevoerd worden.
Pompen, die vloeistoffen verpompen, die een gevaar
voor de gezondheid opleveren, moeten ontsmet worden.
Bij het aftappen van de te verpompen vloeistof dient erop gelet
te worden, dat er geen risico voor personen en het milieu ont-
staat. De wettelijke voorschriften moeten opgevolgd worden!
7.2
Onderhoud/Inspectie
In geval van schade of voor een revisie van de pomp kunt u
contact opnemen met de KSB--klantenservice (zie bijgevoegde
service--adressen).
Voor het onderhoud dienen volgende punten opgevolgd
te worden:
-- pomp op regelmatige, rustige en soepele loop controleren,
daarna de pomp ontkoppelen
-- pomp en afvalwaterverzamelbassin minstens eenmaal per
jaar met een waterstraal reinigen
-- elektrische kabel op schade controleren, evt. vernieuwen
-- visuele controle van de pomp incl. toebehoren en bevesti-
gingselementen uitvoeren beschadigde delen vernieuwen.
Beschadigde delen dienen door originele reservedelen vervan-
gen te worden.
Aanbevolen oliekwaliteit:
Vloeibare paraffine--olie, HAFA CLAREX OM, Merck nr. 7174
of een gelijkwaardig, niet--giftig en milieuvriendelijk product
(type Codex).
Alternatief kunnen alle gelegeerde en niet--gelegeerde motor--
oliën van de klassen SAE 10W tot SAE 20W gebruikt worden.
Met betrekking tot het afvoeren dienen de algemeen wettelijke
voorschriften opgevolgd te worden!
7.3

Demontage van de pomp

Algemene aanwijzingen
Reparatie-- en onderhoudswerkzaamheden aan de pomp
mogen alleen door hiervoor speciaal opgeleid personeel wor-
den uitgevoerd.
De veiligheidsvoorschriften volgens 7.1 dienen opgevolgd te
worden.
De demontage dient volgens de bijhorende doorsnedetekening
blz.
62--65
uitgevoerd te worden.
1.
Bouten 914.01 van de kabeldoorvoer 834 losmaken
2.
Kabeldoorvoer van het pomphuis 100 wegnemen
3.
Kabeldoorvoer van de stator 81--59 afklemmen
4.
Bouten 914.03 aan het zuigdeksel 162 losdraaien
5.
Zuigdeksel verwijderen
6.
Bouten 914.02 aan de lagerstoel 330 losmaken
7.
Pomp met waaier 230 naar boven opstellen en het com-
plete rotorgedeelte (818 + 330 + 230) aan de waaier eruit
trekken
8.
Waaier van het rotorgedeelte schroeven
9.
Glijring van de mechanische asafdichting 433.02 over de
as schuiven
10. Lagerstoel aftappen
11. Lagerstoel van het rotorgedeelte trekken
12. Tegenring van de mechanische asafdichting 433.02 en
asafdichtingsring 421 van de lagerstoel verwijderen
13. Rollagers 321.01 en 321.02 van het rotorgedeelte 818
trekken
14. Borgring 932 van de rotor wegnemen
Ama
-Porter
®

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières