NL
M O N T A G E - E N B E D I E N I N G S H A N D L E I D I N G
Inbouwen van Flexair in verwarmingsinstallaties
Microbellen die in de ketel (hoge temperatuur) uit het water vrijkomen, lossen op andere plaatsen
in het systeem (lagere temperatuur) weer op indien deze niet direct worden afgescheiden.
Om de installatie optimaal te ontluchten, dient de Flexair luchtafscheider dan ook in de aanvoer
direct achter de ketel of de mengklep te worden gemonteerd (figuur 5, pag. 23).
Door de Flexair vóór de circulatiepomp(en) te plaatsen, kunnen grotere luchtbellen geen schade
aan deze pomp(en) veroorzaken en worden grotere luchtbellen niet vermalen tot kleinere
luchtbellen (figuur 6, pag. 23).
Bij montage van de circulatiepomp in de retourleiding moet de Flexair luchtafscheider toch in
de aanvoerleiding worden gemonteerd.
Inbouwen van Flexair in koelinstallaties
Luchtbellen in de installatie zijn vóór het koelelement groter dan erna. Dit wordt veroorzaakt door
de lagere watertemperatuur achter het koelelement. Om de installatie optimaal te ontluchten, dient
de Flexair luchtafscheider vlak vóór het koelelement in de retourleiding te worden gemonteerd
(figuur 7, pag. 23).
Door de Flexair luchtafscheider vóór de circulatiepomp te plaatsen, wordt bovendien voorkomen
dat luchtbellen schade aan de pomp veroorzaken (figuur 7, pag. 23).
Indien de statische hoogte boven de Flexair hoger is dan 30 m, adviseren wij om op elke etage
boven de 30 m een Flexair luchtafscheider in te bouwen. Hierdoor kan de lucht, die door de
lagere statische druk op de hogere etages is vrijgekomen, worden afgescheiden (figuur 8, pag. 23).
3