Beschrijving van de werking (Combi D 6)
De dieselkachel Combi D 6 is een luchtverwarming met geïn-
tegreerde warmwaterboiler (10 liter inhoud). De brander werkt
met ondersteuning door een ventilator, daardoor is een per-
fecte werking ook tijdens het rijden gewaarborgd.
Met de kachel kan in de verwarmings- en warmwater-
stand de ruimte worden verwarmd en tegelijkertijd water
worden verhit. Is er alleen warm water nodig, dan is dit in de
warmwaterstand mogelijk.
– In de warmwaterstand wordt de waterinhoud op het laag-
ste branderniveau verwarmd. Als de watertemperatuur is
bereikt, schakelt de brander uit.
– In de verwarmings- en warmwaterstand kiest de ka-
chel automatisch de benodigde vermogensstand over-
eenkomstig het temperatuurverschil tussen de op het
bedieningspaneel ingestelde temperatuur en de werkelijke
temperatuur in de ruimte op dat moment. Bij gevulde boiler
wordt het water automatisch meeverwarmd. De watertem-
peratuur is afhankelijk van de geselecteerde gebruiksmodus
en het afgegeven verwarmingsvermogen.
Bij temperaturen van ca. 3 °C rond de automatische veilig-
heids-/aftapkraan FrostControl opent deze en tapt de boiler
af.
Beschrijving van de werking (Combi D 6 E)
De dieselkachel Combi D 6 E is een luchtverwarming met
geïntegreerde warmwaterboiler (10 liter inhoud). De brander
werkt met ondersteuning door een ventilator, daardoor is een
perfecte werking ook tijdens het rijden gewaarborgd.
Met de kachel kan in de verwarmings- en warmwater-
stand de ruimte worden verwarmd en tegelijkertijd water
worden verhit. Is er alleen warm water nodig, dan is dit in de
warmwaterstand mogelijk.
Bij temperaturen van ca. 3 °C rond de automatische veilig-
heids-/aftapkraan FrostControl opent deze en tapt de boiler af.
Voor het gebruik van de kachel/boiler-combinatie staan 3 mo-
gelijkheden ter beschikking:
– alleen dieselstand
voor zelfstandig gebruik
– alleen elektrostand
230 V voor stationair gebruik op de camping
– of diesel- en elektrostand — combinatiestand
alleen in verwarmings- en warmwaterstand mogelijk.
Verwarmings- en warmwaterstand
In de verwarmings- en warmwaterstand kiest de kachel
automatisch de benodigde vermogensstand overeenkomstig
het temperatuurverschil tussen de op het bedieningspaneel
ingestelde temperatuur en de werkelijke temperatuur in de
ruimte op dat moment. Bij gevulde boiler wordt het water
automatisch meeverwarmd. De watertemperatuur is afhan-
kelijk van de geselecteerde gebruiksmodus en het afgegeven
verwarmingsvermogen.
Voor het gebruik in de winter kunnen alle 3 energiesoorten
worden geselecteerd.
– In de dieselstand kiest het apparaat automatisch de beno-
digde vermogensstand.
– Voor de elektrostand kan, afhankelijk van het ampèrage
op de camping, een vermogen van 900 W (3,9 A) of
1.800 W (7,8 A) met de hand worden ingesteld.
Als er meer vermogen nodig is (bijv. opwarmen of lage bui-
tentemperatuur) moet de diesel- of combinatiestand wor-
den gekozen, om altijd voldoende verwarmingscapaciteit ter
beschikking te hebben.
– In de combinatiestand heeft als er slechts een gering
vermogen nodig is (bijv. voor het op temperatuur houden
van de ruimte) de elektrostand 230 V de voorkeur. De die-
selbrander schakelt pas bij als er een hoog vermogen ge-
vraagd wordt en schakelt bij het opwarmen als eerste uit.
Warmwaterstand
(alleen met gevulde boiler)
Voor de warmwaterbereiding wordt de dieselstand of de elek-
trostand 230 V gebruikt. De watertemperatuur kan worden
ingesteld op 40 °C of 60 °C.
– In de dieselstand wordt de waterinhoud op het laagste
branderniveau verwarmd. Als de watertemperatuur is be-
reikt, schakelt de brander uit.
– Voor de elektrostand kan, afhankelijk van het ampèrage
op de camping, een vermogen van 900 W (3,9 A) of
1.800 W (7,8 A) met de hand worden ingesteld.
De combinatiestand is niet mogelijk. Bij deze instelling
kiest het apparaat automatisch de elektrostand. De die-
selbrander wordt niet bijgeschakeld.
Brandstoftoevoer
Brandstofkwaliteit
De kachel werkt op diesel volgens DIN EN 590 specificaties.
Het is niet toegestaan de kachel op biodiesel (PME, RME of
AME) te laten werken.
Brandstof bij lage temperaturen.
Een aanpassing van de diesel aan de gebruikelijke wintertem-
peraturen gebeurt automatisch door de raffinaderijen of tank-
stations (winterdiesel).
Problemen kunnen ontstaan bij temperaturen onder 0 °C als
het voertuig nog afgetankt is met zomerdiesel.
Is er bij lage temperaturen geen speciale diesel, bijvoorbeeld
winterdiesel, beschikbaar, dan moet er petroleum of benzine
volgens de voorschriften van de fabrikant van het voertuig
worden bijgemengd.
Temperatuur
0 °C tot -20 °C
Winterdiesel
-20 °C tot -30 °C
Polaire / arctische diesel
Het bijmengen van afgewerkte olie is niet toegestaan!
Om ervoor te zorgen dat alle brandstofleidingen van de kachel
na het tanken van winterdiesel of andere toegestane meng-
sels hiermee zijn gevuld, moet u de kachel ten minste 15 mi-
nuten laten werken.
41