TRANSPORT (fig. 23)
Als u de generator wilt transporteren, moet u eerst de
motorschakelaar en de brandstofkraan uitzetten. Houd de
generator stabiel en vlak om morsen van de brandstof te
vermijden. Brandstofdampen en gemorste brandstof
kunnen ontbranden.
WAARSCHUWING:
Als u de motor of het uitlaatsysteem aanraakt
wanneer ze heet zijn, kunt u ernstige brandwonden
oplopen of brand veroorzaken. Laat de motor
afkoelen voordat u de generator transporteert of
opbergt.
Let op dat u de generator niet laat vallen en ergens tegen
stoot als u hem verplaatst. Plaats geen zware voorwerpen
op de generator.
Als de generator op een voertuig wordt getransporteerd,
moet u het frame vastzetten zoals wordt getoond.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Als de motor niet wil starten:
Controleer of er
nog brandstof is
in de tank.
Controleer het
oliepeil.
Controleer de
bougie.
Controleer of de
brandstof de
carburator
bereikt.
Als de motor niet wil starten, moet u de generator laten
nakijken bij een erkende dealer van Makita-generators.
Als er geen elektriciteit staat op de
wisselstroomcontacten:
Controleer of de
wisselstroomond
erbreker in de
positie "I (AAN)"
staat.
Controleer het
elektrische
apparaat of de
uitrusting op
defecten.
84
Als de brandstoftank leeg
is, vult u hem bij.
Als het peil laag is, vult u
olie bij; gebruik alleen de
aanbevolen soort.
Als hij in slechte staat
verkeert, stelt u de
opening bij en droogt u
hem. Vervang hem indien
nodig.
Als dat niet zo is, reinigt u
de
brandstofsedimentbeker.
Als dat niet zo is, schakelt
u de
wisselstroomonderbreker
in.
Als er geen gebreken zijn,
moet u de generator laten
nakijken bij een erkende
dealer van Makita-
generators.
Als er defecten zijn:
- Vervang het elektrische
apparaat of de
uitrusting.
- Breng het elektrische
apparaat of de
uitrusting naar een
vakhandel voor
reparatie.
TECHNISCHE INFORMATIE
Het emissieregelsysteem
Emissiebronnen
Bij het verbrandingsproces in de motor komen
koolmonoxide, stikstofoxiden en koolwaterstoffen vrij.
Regeling van de afgifte van koolwaterstoffen en
stikstofoxiden is uiterst belangrijk, omdat deze stoffen
onder bepaalde omstandigheden onder invloed van
zonlicht reageren en fotochemische smog vormen.
Koolmonoxide reageert niet op dezelfde wijze maar is
giftig.
Makita past de aangewezen lucht-brandstofverhouding en
andere emissieregelsystemen toe om de afgifte van
koolmonoxide, stikstofoxiden en koolwaterstoffen te
beperken.
Bovendien zijn brandstofsystemen van Makita voorzien
van componenten en regeltechnologie om de afgifte van
dampen te beperken.
Onbevoegde demontage en wijzigingen
Als het emissieregelsysteem door onbevoegden wordt
gedemonteerd of gewijzigd, kan het emissieniveau het
wettelijk toegestane niveau overschrijden. Onbevoegde
handelingen zijn onder meer:
• Verwijderen of wijzigen van enig onderdeel van de
inlaat, het brandstof- of het uitlaatsysteem.
• Het koppel- of snelheidsaanpassingssysteem wijzigen
of overbruggen om de motor buiten de
ontwerpparameters te kunnen laten werken.
Problemen die het emissieniveau kunnen aantasten
Als u een van de volgende symptomen opmerkt, moet u
de motor laten nakijken en repareren door uw dealer.
• Moeilijk starten of stilvallen na het starten.
• Onregelmatig stationair draaien.
• Verkeerde ontsteking of ongecontroleerde verbranding
onder belasting.
• Naverbranding (backfiring).
• Zwarte uitlaatrook of een hoog brandstofverbruik.
Vervangingsonderdelen
Het emissieregelsysteem op de Makita-motor is
ontworpen, gebouwd en goedgekeurd overeenkomstig de
toepasselijke emissiewetgeving. Daarom is het raadzaam
om bij alle onderhoud alleen oorspronkelijke onderdelen
van Makita te gebruiken. Vervangingsonderdelen van de
fabrikant zijn betrouwbaar omdat ze zijn gemaakt volgens
dezelfde normen als de oorspronkelijke onderdelen. Door
gebruik van vervangingsonderdelen die verschillen van
het oorspronkelijke ontwerp en de oorspronkelijke
kwaliteit kan de effectiviteit van het emissieregelsysteem
afnemen.
Merk op dat fabrikanten van aftermarket-onderdelen
ervoor verantwoordelijk zijn dat het betreffende onderdeel
de emissiekenmerken niet negatief beïnvloedt. De
fabrikant of constructeur die het onderdeel namaakt, moet
aantonen dat de motor ook met gebruik van dat onderdeel
nog voldoet aan de emissieregelgeving.