NL
De technische specifikaties en het aansluitschema die deze ge-
bruikshandleiding bevat, geldenalleen voor de het modelsysteem,
waarvan het serie-nummer is vermeldt op de sticker.
LASTRANSFORMATOREN VOOR HANDMATIG BOOGLAS-
SEN MET EEN BEPERKTE BEDRIJFSCYCLUS.
1.0
VEILIGHEIDSNORMEN
Het gebruik van lasapparatuur alsmede het uitvoeren van las-
werkzaamheden stelt de lasser enandere mensen bloot aan ge-
vaar. De plicht van de lasser is om de onderstaande
veiligheidsvoorschriften te lezen, zich eigen te maken en zich er
aan te houden. Het is goed te bedenken, dat een voorzichtige las-
ser, die bekend is met de desbetreffende veiligheidsvoorschriften
en zich daar ook aan houdt, de beste garantie is tegen een onge-
val. Leest U, voordat U de lastransformator aansluit, begint voor
te bereiden, te gebruiken of te verplaatsen, eerst zorgvuldig de
hier onder geplaatste veiligheidsvoorschriften.
1.1
PREVENTIE VAN EXPLOSIE EN BRAND
Een roodgloeiende korst en vonken kunnen brand veroorzaken.
Brand en explosie betekenen gevaar, die kunnen worden voorko-
men door het naleven van de onderstaande voorschriften:
-Verwijder, of bescherm met behulp van brandvertragende
materialen, brandbare stoffen en voorwerpen zoals bijvoor-
beeld hout, zaagsel, kleding, verf, oplosmiddelen, dieselolie,
benzine, aardgas, acethyleen, propaan en andere brandbare
stoffen.
-Ook al is het vat of de buis, die gelast gaat worden, open,
leeg, en zorgvuldig schoongemaakt, de laswerkzaamheden
moeten toch uitgevoerd worden met de nodige voorzichtig-
heid.
-Verzeker U er altijd van, of er als brandbestrijdende voor-
zorgsmaatregel een brandblusapparaat, zand, water, enz. bij
de hand is.
1.2
VEILIGHEID VAN DE LASSER EN DERDEN
Omdat lassen een bron is van radiatie, lawaai, warmte en giftige
gasdampen, is het nodig om met behulp van passende veilig-
heidsmaatregelen de veiligheid van de lasser en derden te waar-
borgen. Stel U nooit, zonder dat U gekleed bent in de benodigde
beschermende kleding, bloot aan de invloed van de elektrische
lasboog of van het gesmolten metaal. Het zich niet houden aan de
hieronder genoemde voorschriften bij het uitvoeren van laswerk-
zaamheden kan een ernstige beschadiging van uw gezondheid
veroorzaken.
-Draag altijd geschikte beschermende kleding, dus hand-
schoenen van onbrandbaar materiaal met lange, bescher-
mende verlengstukken, een dik hemd met lange mouwen,
een broek zonder omgeslagen pijpen, veiligheidsschoenen
tot boven de enkel voor bescherming van de huid tegen de
stralen van de boog, vonken en het gloeiende metaal en ook
een veiligheidshelm of een laspet voor de bescherming van
haren.
-Draag altijd een lashelm met een speciaal beschermingsfil-
ter (minstens bescherming NR10 en meer) voor bescherm-
ing van de ogen. Let tevens op de beschermnig van gezicht,
oren en hals. Breng mensen, die zich in de nabijheid bev-
inden, op de hoogte, opdat ze niet binnen het bereik van de
stralen van de boog en het gloeiende metaal komen. Draag
altijd gehoorbescherming. Laswerkzaamheden kunnen lu-
idruchtig zijn en kunnen ook andere personen, die in de nabi-
jheid werken, storen.
-Draag altijd een veiligheidsbril met zijbedekking, voor-
namelijk bij het verwijderen van korsten , hetzij handmatig of
mechanisch. Een korst is in het algemeen erg heet en daar
vandaan kunnen er tot op grotere afstand vonken afvliegen.
Waarschuw bij het verwijderen van dit soort materiaal uw
collega´s die in de nabijheid werken.
-Scherm de lasruimte af met een brandwerend scherm, om-
dat de stralen, vonken ende gloeiende korst uw collega´s, of
andere personen die zich in de nabijheid van de lasruimte
bevinden, kunnen verwonden.
VEILIGHEIDSNORMEN
2.0
ALGEMENE DEFINITIE
De lasapparatuur geeft een schrale elektrische boog met het doel
om twee metalen aan elkaar te lassen. In werkelijkheid creert de
elektrische boog die ontstoken is tussen de elektrode en de las-
verbinding een zodanig hoge temperatuur, dat het hierbij komt tot
het smelten van de elektrode en van het basismetaal. Druppels
gesmolten metaal die de elektrode creert, zetten zich vast in de
lasverbinding, waardoor een bad van gesmolten metaal ontstaat,
die de verbinding last door het feit dat ze hard wordt. De elektri-
sche lasinstallatie bestaat voornamelijk uit een metalen of kunstof
omhulsel, waarin zich de tranformator bevindt. Juist deze transfor-
mator dient er toe om de spanning uit het net te verlagen naar een
dusdanige spanning, die geschikt en veilig is (50 – 70 V). Deze
spanning, die zich aan de uitgang van de transformator bevindt,
vormt de elektronenstroom en de bijbehorende hoge elektrische
stroom (50 – 160 A), altijd op dat moment, wanneer de laselektro-
de in kontakt komt met het te lassen deel. De lasapparatuur is
voorzien van een installatie die de stroom (1 - Figuur 1 Pag. 2.),
die vanaf de transformator komt, regelt. De controleschaal (2 - Fi-
guur 1 Pag. 2.) geeft de ingestelde stroom aan. Deze installatie
optimaliseert de lasstroom in samenhang met de dikte van de
elektrode. De startschakelaar (3 - Figuur 1 Pag. 2.), die zich ge-
woonlijk op het paneel bevindt, onderbreekt de primaire aanslui-
tingstroom (dus 230 V/400V).
Figuur 1.
3
1
3
1
Sommige lasapparatuur kan geleverd worden met twee verschil-
lende soorten stroom, die gekozen kunnen worden met behulp
van de startschakelaar. Het controlelampje op de lasapparatuur
geeft aan, dat de THERMOSTAAT ingeschakeld is.
2 NL
2
2