Tined‐leaddrempelwaarden definiëren
4
5
7
360
360
Ga als volgt te werk om de respons op stimulatie met één
6
elektrode te onderzoeken:
Selecteer de elektrode door op het scherm op de elektrode
•
te drukken. De bovenste elektrode op het CP-scherm
2
vertegenwoordigt de elektrode die zich het dichtst bij de
tip van de lead bevindt. De rechthoek om de geselecteerde
elektrode wordt niet vager weergegeven ( 1 ).
1
Pas de stimulatieamplitude aan ( 2 ). Druk op de
•
stimulatieknop om te stimuleren ( 3 ). (U vindt
8
in de handleiding meer informatie in het deel De
stimulatieamplitude reguleren).
3
De stimulatieamplitude wordt naast de elektrode weergegeven.
•
Voor elke elektrode is de opgeslagen drempelwaarde de laatste
amplitude die is gebruikt voor stimulatie.
Registreer handmatig de motorische ( 4 ) en sensorische ( 5 )
•
respons op stimulatie door op de juiste knoppen te drukken.
Selecteer een nieuwe elektrode om te stimuleren of maak
•
verbinding met een stimulator om verder te gaan ( 6 ).
NB Tijdens teststimulatie kan alleen de stimulatieamplitude worden
aangepast. De stimulatiefrequentie is 14 Hz en de pulsbreedte is 210 μs. De
stimulatiefrequentie kan worden aangepast door het scherm Lead placement
(Leadplaatsing) te verlaten en het scherm CP Settings (CP-instellingen) te openen.
NB Als de teststimulatie niet met de stimulatieknop kan worden
onderbroken, koppel dan de kabels los van de CP.
NB Druk op de impedantieknop om de aansluiting op de tined lead te testen.
Als de impedantie van een of meer elektroden 'Bad' (Slecht) is, wijzigt u
de aansluiting van de tined lead en de aardingsplaat en controleert u de
impedantie opnieuw. Zie in de handleiding het deel Impedantiewaarden
begrijpen voor meer informatie over de kwalitatieve impedantie-indicators.