MONITOR
DRUKKNOPPEN
1. KEUZEWIEL
U kunt het keuzewiel op twee manieren gebruiken:
A) Draaien aan het wiel (+/-).
B) Het wiel indrukken (ENTER).
2. RESET
Op nul zetten van de trainingswaarden, beëindigen van
de training en terug naar de uitgangspositie.
3. RECOVERY
Meten van de conditiehartslag.
4. START / STOP
Begin en einde van de training.
5. OFF
Zet de meter onmiddellijk in de slaapstand.
DISPLAYS
1. Snelheid (/ min)
Het huidig tempo in slagen per minuut, bovendien onder
de numerieke display nog een kolom, die de snelheid
weergeeft.
2. Trainingstijd
00:00 – 99:59 meting per seconde; h1:40 – h9:59 meting
per minuut.
3. Hartslag gedurende de training
Het hartsymbool knippert met dezelfde snelheid als de
gemeten hartslag. De pijlen in het display geven aan
wanneer de hartslag de van tevoren ingestelde boven- of
ondergrens overschrijdt.
4. Trainingsafstand (km / mile)
0.00 – 99.99 km / mijl
5. Fietssnelheid (kmh / mph)
00.0 – 99.9 km/h / mph
6. Energieverbruik (Kcal)
Schatting van het totaal energieverbruik gedurende de
training, 0 – 9999 kcal
7. Tijd (Clock)
Werkelijke tijd
8. Temperatuurmeter (Temp C / Temp F)
Meting van de kamertemperatuur in Celsius of in
Fahrenheit.
9. Vochtigheidsmeter (Humidity %)
Meting van de vochtigheidsgraad in de kamer, 0 – 100%
10. Display van de hoofdwaarde
De gekozen trainingswaarde staat met grote nummers
midden op de monitor; de overige trainingswaarden
kunnen tegelijkertijd gevolgd worden op bovenste regel
van de monitor.
13. Cumulatieve hartslagdisplay
Indien bij de training een hartslagprogramma gebruikt
wordt, geeft de display het profi el weer dat gedurende
de hartslag training gevormd wordt.
14. Vervanging van de batterijen (Battery low)
Een waarschuwingsdisplay geeft aan wanneer de
batterijen aan vervanging toe zijn.
GEBRUIK VAN DE MONITOR
De monitor gaat aan door het indrukken van een
willekeurige knop van de monitor. Indien het apparaat
langer dan 5 minuten niet gebruikt wordt, schakelt de
monitor automatisch uit.
Maak een keuze uit de betreffende meeteenheden
met behulp van de schakelaar op de achterkant van
de monitor. Maak een keuze uit metrische eenheden
(km, km/h, Celsius) of Engelse eenheden (mijlen, mph,
Fahrenheit).
TIJD INSTELLEN
Nadat u de ENTER+RESET 2 seconden heeft ingedrukt,
wordt de meter opnieuw gestart en kunt u het KEUZEWIEL
gebruiken om de tijd in te stellen.
MANUAL TRAINING
Bij handmatige instelling van het trainingsniveau kan
het weerstandsniveau bijgesteld worden gedurende de
training met behulp van de afstelknop.
1. Er kan direct met de training begonnen worden
door op de START / STOP knop te drukken. Stel het
weerstandsniveau in tijdens de training door op de
afstelknop te drukken.
2. De training kan ook begonnen worden met het instellen
van de streefwaarden voor de training. Druk op de
pijltjesknoppen totdat onder het hoofdnummerdisplay het
woord Manual verschijnt.
3. Druk vervolgens op de ENTER –knop, waarna de
streefwaarden ingesteld kunnen worden.
4. TIME = instellen van de gewenste duur van de training
met behulp van de + / - -knoppen. Met de ENTER –knop
door naar de volgende instelling.
5. DISTANCE = instellen van de gewenste afstand voor de
training met behulp van de + / - -knoppen. Met de ENTER
–knop door naar de volgende instelling.
6. KCAL = instellen van het gewenste energieverbruik voor
de training met behulp van de + / - -knoppen. Met de
ENTER –knop door naar de volgende instelling.
7. PULSE = instellen van de bovenwaarde voor de hartslag
gedurende de training met behulp van de + / - -knoppen:
op de display ziet men dan een hart en een pijl omhoog.
Met de ENTER –knop door naar de instelling van de
onderwaarde voor de hartslag gedurende de training:
op de display ziet men dan een hart en een pijl omlaag.
Stel de waarde in voor de ondergrens van de hartslag
gedurende de training met behulp van de + / - -knoppen.
Indien uw hartslagwaarde buiten de gestelde grenzen
komt, geeft de monitor dit aan door een knipperende
pijl behorende bij de overschreden grens. Met de ENTER
–knop terug naar de trainingstijd (TIME) instelling.
8. U kunt de training ook beginnen door de START /
STOP –knop in te drukken. Begin en stel indien nodig het
18