Hoe Installeren; Het Apparaat Gebruiken - Honeywell Miller Falcon Edge Mode D'emploi

7 - GEBRUIK
Bescherm uw PBM tijdens gebruik tegen risico's die voortkomen uit de
werkomgeving: thermische, elektrische of mechanische schokken, blootstelling
aan zuren, enz. Controleer tijdens gebruik regelmatig de aanpassings- en/of
koppelingsonderdelen.
7.1 - PRODUCTOMSCHRIJVING
Bijlage 2
7.2 - OVERZICHT
De zelfoprollende reddingslijn moet bevestigd worden met behulp van
karabijnhaken. (raadpleeg paragraaf 7-3). Wanneer de gebruiker in beweging is,
wordt de kabelspanning behouden door de veer van het oprolmechanisme van het
apparaat. In het geval van een val voorkomt het interne vergrendelingssysteem dat
de kabel uitloopt en stopt het de val onder de meest optimale omstandigheden.
Het feit dat de beschermende handgreep opent, geeft aan dat de kabel bij
het stoppen van de val onder spanning is komen te staan (het apparaat moet
geïnspecteerd worden door een bevoegde monteur).

7.3 - HOE INSTALLEREN

Aansluiting:
De zelfoprollende reddingslijn moet bevestigd worden aan een betrouwbaar
verankeringspunt door middel van een koppeling, in overeenstemming met de
norm EN 362.
• De koppeling die vastzit aan de zwarte handgreep aan het uiteinde van
de kabel moet gekoppeld worden aan het verankeringspunt van het
valbeveiligingsharnas. (zie afb. 16).
• De koppeling die vastzit aan de rode behuizing van het oprolmechanisme moet
gekoppeld worden aan het verankeringspunt op de constructie.
WAARSCHUWING GEVAAR: DE REDDINGSLIJN MOET UITSLUITEND BEVESTIGD
WORDEN AAN PUNTEN DIE SPECIFIEK VOOR DIT DOEL ZIJN VERSTREKT.
KOPPEL NIET DIRECT AAN DE BAND, AAN DE AANPASSINGSMECHANISMEN OF
AAN DE ACCESSOIRESRIEM VAN HET HARNAS (zie afb. 4).

7.4 - HET APPARAAT GEBRUIKEN

Hoe het apparaat ook wordt gebruikt, onthoud dat het zodanig moet worden
geïnstalleerd dat de demper gekoppeld is aan het valbeveiligingspunt van
het harnas (markering A) (zie afb. 16). (Het wordt u aangeraden om het
verankeringspunt aan de achterzijde van het harnas te gebruiken.)
a) CONVENTIONEEL GEBRUIK (CE EN 360 goedgekeurd)-(zie afb. 7)
Het gebruik wordt als "conventioneel" of "verticaal" beschouwd wanneer het
apparaat gekoppeld is aan een verankeringspunt dat onder schouderhoogte van
de gebruiker ligt, d.w.z. ongeveer 2 m boven vloerhoogte (zie afb. 2a).
b) TERRAS-GEBRUIK (buiten het CE-toepassingsgebied) VG11.060 Rev.8 (zie
afb. 7).
We spreken over "Terras-gebruik" wanneer het apparaat gekoppeld is aan een
verankeringspunt dat op de hoogte van de voeten van de gebruiker ligt of onder
schouderhoogte van de gebruiker ligt (maximaal 2 m boven vloerhoogte). Het is
ten strengste verboden om de apparatuur onder de hoogte van de voeten van de
gebruiker te plaatsen (zie afb. 2b) .
162
NT90024819 rev A.indd 162 17.07.17 12:37