44
NL
Controleer of de plaats waar de motorreductor wordt aangebracht niet blootstaat aan overstromingen. Is dat wel
het geval, dan moet de motorreductor op een verhoging worden geplaatst.
Als het hek reeds geïnstalleerd was, moeten alle componenten worden gecontroleerd op slijtage. Defecte of
versleten onderdelen moeten worden gerepareerd of vervangen, en de nodige herstelwerkzaamheden moeten
worden uitgevoerd.
De betrouwbaarheid en veiligheid van het automatische systeem hangen rechtstreeks samen met de conditie van
METSELWERK VAN DE PLAAT
1- Graaf een gat voor de funderingsplaat met de aangegeven afmetingen [2], en positioneer de plaat volgens de
richting waarin de poort sluit [4]. Bedenk dat het gegraven gat een diepte moet hebben die minstens gelijk is aan
de lengte van de beugels [5].
2- Voer buigzame leidingen om de elektriciteitskabels door te halen en let op de positie waar de leidingen uit de plaat
komen [4]: de leiding moet ongeveer 30 - 40 mm [5] uit het gat steken.
3- Verzeker dat de plaat waterpas is [5] en begin cement te storten in het gat.
4- Wacht tot het cement in het gat hard geworden is.
5- Leid de elektriciteitskabels (verbinding van accessoires en elektrische voeding) door de buigzame leidingen.
Om de elektrische verbindingen met de apparatuur gemakkelijker tot stand te kunnen brengen, wordt geadviseerd
een kabellengte van 400 mm aan te houden vanaf het gat van de funderingsplaat [5].
INSTALLATIE VAN DE MOTORREDUCTOR
1- Haal de kap van de motorreductor door de schroeven onder de doppen aan de zijkanten los te draaien [6].
2- Verwijder de bevestigingsmoeren van de pennen van de plaat, plaats de motorreductor op de funderingsplaat
en steek de pennen in de hiervoor bestemde uitsparingen in het motorblok [7]. Let erop dat het rondsel naar het
hek gericht is.
3- Voer de nodige regelingen uit om de motorreductor horizontaal te plaatsen, door hem te laten stijgen of dalen
via de desbetreffende regelaars A[8]. Houd de motorreductor eerst 2/4 mm opgetild en laat hem vervolgens
zakken nadat de tandlat is vastgezet [8].
4- Breng de 4 schijven aan en draai de 4 moeren vast om de motorreductor parallel aan het hek vast te zetten
(denk eraan dat de motorreductor 2/4 mm omhoog moet worden gehouden)[8].
5- Geadviseerd wordt de maten aan te houden die worden aangegeven op [8 - 14 - 17].
MONTAGE VAN DE TANDLAT
1- Breng de poort met de hand in gesloten positie;
2- ontgrendel de motorreductor (zie de paragraaf over ontgrendeling);
3- maak de tandlat (optie) klaar [10 - 11 - 12];
4- leg het eerste element van de tandlat zo op het rondsel dat het 50 mm voorbij de motorreductor uitsteekt [9], om
ruimte te laten voor de beugel van de einderitschakelaar;
5- zet het element vast met de schroef in de uitsparing (of het afstandstuk, al naargelang het gekozen type tandlat [10
- 11 - 12]. Geadviseerd wordt om de bevestigingsschroeven van de tandlat vast te draaien in het bovenste deel
van de uitsparing, zodat deze kan worden opgetild en de nodige speling tussen rondsel en tandlat kan worden
gehandhaafd als het hek zakt;
6- ga door met het monteren van de tandlat door de modules na elkaar uit te lijnen, en denk eraan dat er, voor een correcte
bevestiging van de modules, een stuk tandlat van ongeveer 150 mm moet worden gebruikt om de vertanding te
synchroniseren [13]. Nadat de laatste module bevestigd is, moet het uitstekende deel worden afgezaagd;
SL