• Controleer of de ketting bij volledig
opschakelen op het grootste tandwiel
komt. Zo niet, draai dan schroef (G - Fig.
12) zover uit totdat de ketting wel op het
grootste tandwiel komt.
• Controleer of de schroef (G - Fig. 13) cor-
rect is afgesteld: beweeg de schakelhan-
dle zodat de ketting op het grootste tand-
wiel ligt, de binnen geleidingsplaat MAG
HIERBIJ NIET de spaken van het achterwiel
raken.
• Controleer of alle schakelposities perfect
benut kunnen worden.
• Plaats de ketting op het grootste achter-
tandwiel en het kleinste voor-kettingwiel.
• Indien het bovenste deel van de gelei-
deplaat de tandwielen raakt, draai dan
de schroef (H - Fig. 13) tegen de wijzers
van de klok in totdat de geleideplaat niet
meer raakt.
AANDACHT!
Derailleurafstellingen dienen te worden
uitgevoerd door vakbekwaam personeel:
een slecht afgestelde derailleur kan leiden
tot ongelukken, persoonlijk letsels of de
dood.
74
12
G
13
G
H
NEDERLANDS