Veiligheidsmaatregelen - SKF THHP 300 Mode D'emploi

LEES EERST DIT

Veiligheidsmaatregelen

Lees deze instructie volledig door voor gebruik.
Volg alle veiligheidsmaatregelen om persoonlijk
letsel of schade aan eigendommen tijdens het
gebruik te voorkomen. SKF kan niet verantwoordelijk
worden gehouden voor schade of letsel wat
veroorzaakt wordt door onveilig gebruik van het
product, onvoldoende onderhoud of verkeerde
bediening van de apparatuur. Bij onzekerheid over
het gebruik van de apparatuur dient u contact op te
nemen met SKF.
Het niet volgen van de volgende punten kan leiden
tot schade aan de apparatuur of persoonlijk letsel.
• Verzeker u ervan dat de apparatuur alleen door
getraind personeel wordt bediend.
• Draag de juiste persoonlijke
beschermingsmiddelen, zoals een veiligheidsbril
en veiligheidshandschoenen tijdens het
bedienen van de apparatuur.
• Inspecteer voor gebruik de apparatuur en alle
accessoires zorgvuldig.
• Zorg dat alle lucht uit het hydraulische systeem
verwijderd is voordat u het systeem onder
druk zet.
• Voorkom dat het werkstuk (bijv. lager,
tandwiel of aanverwant onderdeel) met
kracht onverwacht los schiet wanneer de druk
plotseling wordt vrijgegeven (bijv. met een
borgmoer).
• Gebruik zuivere, aanbevolen hydraulische olie
(SKF LHMF 300, LHDF 900 of gelijkwaardig).
• Gebruik een manometer om de uitgangsdruk
van de olie te bewaken.
• Wees uiterst voorzichtig met hogedrukslangen.
• Controleer de slang voor gebruik visueel op
schade en slijtage.
• Controleer de eindkoppelingen op slijtage, roest,
barsten en andere schade.
• Controleer voor gebruik de werk- en barstdruk
van de slangen.
• Gebruik altijd een schoon, gefilterd drukvloeistof
voor een langere levensduur van de slangen.
• Reinig de slangen altijd na gebruik, laat ze
leeglopen en rol ze op.
• Vervang de slang uiterlijk na 6 jaar.
• Ontlucht de slangen.
• Gebruik geen beschadigde componenten of
apparatuur die gemodificeerd is.
• Gebruik geen glycerine of vloeistoffen op
waterbasis als drukvloeistof. Dit kan leiden tot
voortijdige slijtage of schade aan de apparatuur.
• Gebruik de olie-injector niet boven de
opgegeven maximum hydraulische druk.
• Verleng het handvat niet om met een lagere
kracht de maximum druk te bereiken. Gebruik
enkel en alleen handkracht.
• Gebruik de pomp niet met accessoires die
een lagere maximum werkdruk hebben dan
de injector.
• Gebruik geen ringen op afdichtingsvlakken.
• Hanteer drukslangen niet als deze onder
druk staan. Olie onder druk kan de huid
binnendringen wat tot ernstig letsel kan leiden.
Wanneer er olie onder de huid is gekomen,
dient u zich direct onder medische behandeling
te stellen.
• Gebruik geen beschadigde hogedrukslangen.
Vermijd bij het aansluiten van slangen scherpe
bochten en knikken. Scherpe bochten en
knikken zullen de slangen intern beschadigen
wat kan leiden tot voortijdig uitval.
Op druk brengen van een beschadigde slang
kan ertoe leiden dat deze scheurt.
• Gebruik geen slang met insnijdingen of
blootliggend canvas.
• Gebruik geen slang met bobbels, blazen
of knikken.
• Til de apparatuur niet op aan de slangen of
koppelingen.
• Buig de slangen niet binnen een afstand van
50 mm vanaf het uiteinde van de gekrompen
mof.
• Zet een slang niet vast bij de moffen.
• Overschrijd de minimale buigradius en
drukwaarde van de slang niet.
• Rijd niet over de slang met zware voertuigen en
plet de slang niet.
• Gebruik geen slangen met gecorrodeerde of
lekkende eindkoppelingen.
• Gebruik geen vervuilde vloeistof.
129
NL