10.
Rijregelaar programmeren
a) Programmeren van volgas- en neutrale stand
Om de volgasinstelling voor vooruit/achteruitrijden en de neutrale stand te programmeren, gaat u als volgt te werk:
• Schakel de zender in en laat de gas/remhendel in de neutrale stand staan. Zet de trimming voor de rijfunctie in de
middelste stand.
• Houd de set-uptoets ingedrukt en schakel de rijregelaar in. Houd de Setup-toets net zolang ingedrukt (ongeveer 4
seconden) tot de oranje LED brandt. Laat nu dan de setup-toets weer los.
• Beweeg de gas-/remhendel naar de volgasstand voor het vooruitrijden (gas-/remhendel helemaal naar de greep
toe trekken) en houd deze daar vast.
De rode LED knippert gedurende ongeveer 2-3 seconden en licht dan voortdurend op. De motor geeft één geluids-
signaal. De volgaspositie voor het vooruit rijden is opgeslagen.
Het piepsignaal wordt door het kort aanjagen van de Brushless motor veroorzaakt. Afhankelijk van de
motor is het piepsignaal weliswaar heel zacht of niet hoorbaar voor u. Let dan op de melding van de LED's
op de rijregelaar.
• Beweeg de gas-/remhendel naar de volgasstand voor het achteruitrijden (gas-/remhendel helemaal van de greep
wegschuiven) en houd deze daar vast.
De oranje LED knippert gedurende 2-3 seconden en licht dan permanent op; de motor geeft twee piepsignalen
weer. De volgaspositie voor het achteruit rijden is opgeslagen.
• Laat nu de gas-/remhendel los zodat deze in de neutraalstand staat.
De rode LED en de oranje LED knipperen gelijktijdig voor ongeveer 2-3 seconden en doven daarna uit. De motor
geeft drie geluidssignalen. De neutraalstand is opgeslagen.
• Schakel de rijregelaar uit; het programmeren is daarmee voltooid en opgeslagen.
• Wanneer u nu de rijregelaar inschakelt, is de rijregelaar met de hierboven uitgevoerde instellingen bedrijfsklaar.
Wanneer u de gas-/remhendel op de zender naar de hendel toetrekt, moet het voertuig vooruit rijden.
Wanneer dit niet zo is dan schakelt u de rijregelaar uit. Activeer aansluitend op de zender de reverse-
instelling voor de rijfunctie. Aansluitend is de volgas- en neutrale stand voor de rijfunctie nogmaals te
programmeren; ga opnieuw zoals hierboven beschreven tewerk.
b) Programmeren van de speciale functies
De rijregelaar is met de voor het voertuig ideale instellingen door de fabrikant voorgeprogrammeerd (bijvoorbeeld
motortiming, startmodus, etc.). Deze programmering kan aan de hand van een als toebehoren verkrijgbare
programmeerkaart worden gewijzigd.
De programmeerkaart is niet bij de levering inbegrepen en dient afzonderlijk te worden besteld. Alle spe-
ciale functies en hun programmering zijn in de gebruiksaanwijzing voor de programmeerkaart beschre-
ven.
99