Na selectie van de gewenste functies, monteert u de inbouw- of wandbediening (zie "GEBRUIKSAANWIJZINGEN DIGITALE BEDIENING"
op pag. 35) aan de muur van de ruimte die moet worden verwarmd of afgekoeld, op een hoogte van circa 1,5m, aan een
tussenwand en ver van warmtebronnen en koude luchtstromen; koppel het klemmenbord MC1 op de elektronische fiche aan
de vermogenseenheid m.b.v. twee draden met een doorsneden van 2 x 0,50mm 2 (zie pag. 39, Fig. 2 en elektrisch aansluitschema
op pag. 42); de voeding bedraagt 12 V gelijkstroom. zonder polariteit en de voedingskabels zorgen voor de frequentieoverdracht
van de gegevens tussen de bediening en de vermogenseenheid. Let er dus op dat de draden voor de aansluiting niet in dezelfde
kabelgoot als de voedingsdraden worden ondergebracht. Monteer de vermogenseenheid op de ventilator-convector (pag. 40)
en voer de interne bedradingen uit (zie elektrisch aansluitschema op pag. 44). Indien u niet beschikt over de minimumsonde
MWT, laat u de polen 1 en 2 vrij.
OPGELET: met de bediening TYPE "U" op de OFF-stand wordt de ventilator-convector nog gevoed met 230V. Breng
het apparaat buiten spanning vóór elke onderhoudsbeurt.
WERKPROGRAMMA MET AUTOMATISCHE REGELING SNELHEID
Thermostaat-instelling motor
A = off motor
B = on motor
Thermostaat-instelling klep
A = off klep
B = on klep
Met ait programma wordt de functie woor de omschakeling van de Zomer/Wintercyclus gedeactiveerd.
Werkingsschema met dode zone.
Stand 3 = Elektromagnetische klep warm water off
Stand 3' = Elektromagnetische klep koud water off
Stand 4 = Elektromagnetische klep warm water on
Stand 4' = Elektromagnetische klep koud water on
Snelheid: I = min II = med III = max
Set
B
WERKPROGRAMMA MET DODE ZONE
Thermostaatinstelling kieppen en continue werkering motor
A: VENTILATOR-CONVECTOR (enige of eerste in een reeks) aangesloten aan een wandbediening
van het type TYPE "U" d.m.v. de vermogenseenheid voor TYPE "U"
B: VENTILATOR-CONVECTOR aangesloten aan dezelfde bediening als de eerste ventilator-convector,
met een trapsgewijze verbinding tussen de RELAIS VOOR TYPE "U" OPGELET: als u meer dan één
VENTILATOR-CONVECTOR wenst aan te sluiten op dezelfde bediening, vergeet niet dat voor de
eerste altijd en uitsluitend de VERMOGENSEENHEID VOOR TYPE "U" wordt geïnstalleerd, en voor
de daaropvolgende altijd en alleen de RELAIS VOOR TYPE "U"
A
Aansluitschema
34