Télécharger Imprimer la page

Instellingen Voor Het Monitorkanaal; Voorafluisteren Via Een Hoofdtelefoon; Een Ingangskanaal Voorafluisteren ("Pfl"); Het Mastersignaal Voorafluisteren - Stage Line electronic PMX-400 Mode D'emploi

Publicité

6.2.3 Instellingen voor het monitorkanaal

Via het monitor-uitgangskanaal kunnen de signalen
van de kanalen "1" tot "11-12" worden afgenomen
en naar een monitorinstallatie voor de geluidsvoor-
ziening op het podium gestuurd (voor aansluiting
van de monitorinstallatie zie hoofdstuk 5.3). Het
monitorkanaal is "Pre Fader" geschakeld, d.w.z. de
stand van de betreffende kanaalregelaar (16) heeft
geen invloed op het niveau van het kanaalsignaal
dat naar het monitorkanaal is gestuurd.*
1) Meng met behulp van de regelaars "MON" (11)
de signalen van de ingangskanalen met het sig-
naal op het monitorkanaal.
2) Stel met de regelaar "MON OUT" (24) het niveau
in van het uitgangssignaal op het monitorkanaal
dat via de jack "MON" (21) wordt afgenomen en
naar de monitorinstallatie gestuurd.
* Indien nodig kan het signaalafnamepunt – voor elk kanaal
afzonderlijk – naar "Pre Equalizer" of "Post Fader" worden
geschakeld: zie hoofdstuk 7.1.

6.3 Voorafluisteren via een hoofdtelefoon

Opgelet! Stel het volume van de hoofdtelefoon
nooit te hoog in. Langdurige blootstelling
aan hoge volumes kan het gehoor
beschadigen! Het gehoor raakt aange-
past aan hoge volumes die na een tijdje
niet meer zo hoog lijken. Verhoog daar-
om het volume niet nog meer, nadat u er
gewoon aan bent geraakt.

6.3.1 Een ingangskanaal voorafluisteren ("PFL")

Het kanaalsignaal van elk individueel ingangskanaal
"1" tot "11-12" kan via een aangesloten hoofdtele-
foon worden beluisterd [Een kanaal voorafluisteren
("PFL" = "Pre Fader Listening"): het kanaalsignaal
wordt nog vóór de niveau-instelling door de betref-
fende kanaalregelaar (16) naar de hoofdtelefoon
gestuurd].
De voorafluisteringsfunctie is een hulp bij de uit-
sturing van de ingangskanalen. Indien ze voor een
kan het signaalafnamepunt voor elk van de ingangs-
kanalen "1" tot "11-12" afzonderlijk worden gewij-
zigd. Ga hierbij als volgt te werk:
1. Instellingen voor het effectenkanaal "FX":
Om een kanaal "Pre Fader" te schakelen, wisselt
u de brug "JP1" om (van stand "POST" naar
stand "PRE"); het kanaalsignaal wordt dan via de
regelaar "FX" (10) vóór de kanaalregelaar met
het signaal op het effectenkanaal gemengd.
2. Instellingen voor het monitorkanaal:
Om een kanaal "Pre Equalizer" te schakelen,
plugt u de brug "JP2" in de stand "PREEQ"; het
kanaalsignaal wordt dan via de regelaar "MON"
(11) nog vóór de equalizer en de regelaar van het
kanaal met het signaal op het monitorkanaal
gemengd.
Om een kanaal "Post Fader" te schakelen,
plugt u de brug "JP2" in de stand "POST"; het
kanaalsignaal wordt dan via de regelaar "MON"
(11) na de regelaar van het kanaal met het sig-
naal op het monitorkanaal gemengd.
7.2 Fantoomvoeding voor individuele kana-
len uitschakelen
Standaard kan de fantoomvoeding van 48 V cen-
traal worden ingeschakeld, d.w.z. ze wordt voor alle
microfooningangen (1) voorzien. Ze kan evenwel
voor elk mono-ingangskanaal afzonderlijk worden
uitgeschakeld, b.v. wanneer op een kanaal een
ongebalanceerde microfoon moet worden aange-
sloten.
Om de fantoomvoeding uit te schakelen, moet u
op de printplaat van het betreffende kanaal de
draadbrug "LK1" (zie figuur 9) verbreken.
kanaal is geactiveerd, dan geeft de uitsturingsweer-
gave (22) het pre-faderniveau voor dit kanaal weer,
waardoor de ingangsvoorversterking (gain) optimaal
kan worden ingesteld (uitsturing van het "PFL"-si-
gnaal op 0 dB). Ook tijdens de geluidsvoorziening
resp. -opname kan u met de voorafluisteringsfunctie
steeds een willekeurig kanaal – onafhankelijk van
de stand van de betreffende kanaalregelaar – voor-
afluisteren en de instellingen ervan corrigeren.
1) Druk op de toets "PFL" (15) van het betreffende
kanaal dat u wenst vooraf te beluisteren. Bij inge-
drukt toets licht de LED "PEAK" (14) van het kanaal
permanent op en de uitsturingsweergave (22)
geeft het pre-faderniveau van het kanaal weer.
2) Stel met de regelaar "PHONES" (35) het gewen-
ste volume van de hoofdtelefoon in.

6.3.2 Het mastersignaal voorafluisteren

1) Indien geen van de toetsen "PFL" (15) is inge-
drukt, dan wordt het mastersignaal dat met de
masterregelaars is uitgestuurd, naar de hoofdte-
lefoon gevoerd en door de uitsturingsweergave
(22) weergegeven.
2) Stel met de regelaar "PHONES" (35) het gewen-
ste volume van de hoofdtelefoon in.
6.4 Waarschuwings-LED's van de eindver-
sterker
De eindversterker is met een beveiligingscircuit
beveiligd tegen kortsluiting van de luidsprekeruit-
gangen (40) en tegen oververhitting.
Bij oververhitting (b. v. ophoping van warmte in het
rack)
licht de gele LED "THERMAL" (28) op en de
eindversterker schakelt uit. Na voldoende af-
koeling van het apparaat, schakelt het weer auto-
matisch in, en de LED gaat uit.
Bij kortsluiting van een luidsprekeruitgang
licht de rode LED "CLIP" (29) van het betreffende
kanaal continu op; indien de fout niet wordt ver-
holpen en warmt het apparaat erg op, dan licht
bijkomend de oververhittings-LED (28) op; de
LK1
JP1
JP2
De printplaat van het mono-ingangskanaal "1"
eindversterker schakelt automatisch uit. Na vol-
doende afkoeling schakelt het opnieuw in.
Schakel in elk geval de Power Mixer uit en verhelp
de foutoorzaak.

7 Modificaties

Opgelet! Voor deze wijzigingen moet het toestel
worden geopend. Daarom mogen deze
werkzaamheden enkel door een gekwali-
ficeerde vakman worden uitgevoerd.
1) Schakel het toestel via de netschakelaar (39) uit
en trek de stekker uit het stopcontact.
2) Indien de meegeleverde kunststof zijpanelen
resp. de rackhouders links en rechts op het appa-
raat zijn gemonteerd (zie hoofdstuk 4), moet u
deze losschroeven.
3) Om het deksel van de behuizing los te maken,
verwijdert u volgende schroeven:
de schroeven aan de rechter en de linker zijde
(telkens vier),
de drie schroeven bovenaan de achterzijde
van het toestel,
de drie schroeven vooraan op de onderzijde
van het deksel.
4) Neem het deksel weg en draai het voorzichtig
om. De printplaten voor de ingangskanalen
bevinden zich aan de achterzijde van het deksel.
5) Op figuur 9 ziet u de mogelijke instellingen voor
een kanaal op basis van de printplaat van kanaal
"1".
6) Nadat de modificaties zijn gebeurd (zie hoofdstuk
7.1 resp. 7.2), plaatst u het deksel terug en
schroeft u het op de behuizing vast.

7.1 Uitgangskanalen modificeren

Standaard is het effectenkanaal "FX" als post-fader-
kanaal (signaalafname na de kanaalregelaar) voor-
zien en het monitorkanaal als pre-faderkanaal (sig-
naalafname vóór de kanaalregelaar). Indien nodig

8 Technische gegevens

Ingangen
4 x "Mic", mono: . . . . . . . . . 0,4 mV/6 kΩ
4 x "Line", mono: . . . . . . . . 4 mV/44 kΩ
4 x "Line", stereo: . . . . . . . . 40 mV/12 kΩ
1 x "Tape Play", stereo: . . . 140 mV/10 kΩ
1 x "Aux Input", stereo: . . . . 70 mV/10 kΩ
1 x "Insert" (Return), stereo: 220 mV/7 kΩ
Uitgangen
1 x "Speaker Output", stereo
Uitgangsvermogen/4 Ω: . 2 x 200 W
Uitgangsvermogen/8 Ω: . 2 x 140 W
1 x "Main Out", stereo: . . . . 775 mV
1 x "Tape Rec", stereo: . . . . 200 mV
POST
PRE
1 x "FX", mono: . . . . . . . . . . 2,5 V max.
1 x "Mon", mono: . . . . . . . . 200 mV
1 x "Insert" (Send), stereo: . 220 mV
PREEQ
1 x "Phones", stereo: . . . . . ≥ 2 x 8 Ω
PRE
POST
Algemene gegevens
Frequentiebereik: . . . . . . . . 20 – 20 000 Hz
THD, S/R-verhouding: . . . . < 0,1 %, 72 dB
Overspraakdemping: . . . . . 69 dB
8 x regelaar hoge tonen: . . ±15 dB/12 kHz
4 x regelaar middentonen
(enkel kanalen "1" tot "4"): . ±15 dB/350 Hz tot
8 x regelaar lage tonen
Kanalen "1" tot "4": . . . . . ±15 dB/60 Hz
Kanalen "5-6" tot "11-12": ±15 dB/45 Hz
Fantoomvoeding: . . . . . . . . +48 V
Voedingsspanning: . . . . . . . 230 V~/50 Hz
Stroomverbruik: . . . . . . . . . 700 VA
Omgevingstemperatuur: . . . 0 – 40 °C
Afmetingen (B x H x D): . . . 350 x 145 x 325 cm
Gewicht: . . . . . . . . . . . . . . . 9,5 kg
Opgemaakt volgens de gegevens van de fabrikant.
Wijzigingen voorbehouden.
NL
B
RMS
RMS
6 kHz
23

Publicité

loading