Bij de eerste initialisatie van de installatie vraagt het besturing-
stoestel naar vier basisinstellingen. In hetdisplay van het be-
sturingstoestel verschijnt de vraag naar:
1. de gebruikerstaal
2. datum en tijd
3. de gewenste reinigingsklasse C of D
4. de vereiste nominale waarde van de installatie.
Door bedienen van de bewegingstoetsen / richtingtoetsen kan
de gewenste instelling met behulp van een markeringbalk ge-
kenmerkt worden en de aansluitende bediening van de beve-
stigingstoets slaat de gewenste instelling op in het systeemge-
heugen. Van zodra de 4 voorinstellingen werden uitgevoerd,
laadt het besturingstoestel het programmageheugen en gaat
zelfstandig over naar de bedrijfsmodus.
De installatie is nu bedrijfsklaar.
Opmerkingen over teruggeleiding van slib:
De terugleiding van organisch slib is vereist, om een vorming
van een te grote hoeveelheid organisch slib te vermijden. Een
te grote hoeveelheid organisch slib zou tot storingen in de af-
voer van de zuiveringsinstallatie kunnen leiden en eventueel vo-
orhanden sijpelinstallaties belemmeren. De teruggeleide hoe-
veelheid slib sedimenteert in de voorzuiveringskamer en wordt
met de volgende primaire slibverwijdering afgevoerd.
De besturing van de teruggeleiding van het slib kan met de tij-
den T20 & T21 ingesteld worden. Na de inbedrijfstelling van de
installatie moeten beide teruggeleidingen van slib gedurende
de eerste 3 tot 5 maanden geannuleerd worden, om een snel-
lere opbouw van de biologie te garanderen. Bovendien kan het
zinvol zijn, om na iedere primaire slibverwijdering (zie punt 6.4
6.1 Werking
Na inbedrijfstelling van de installatie wordt er na 3-6 man-
den een actieve organische sliblaag met micro-organismen
in de organische kamer gevormd. Micro-organismen hoeven
niet naar deze installatie toegevoerd worden. Een toevoer
van organisch slib uit de dichtst bij zijnde zuiveringsinstalla-
tie achten wij echter zinvol. Belangrijk: organisch slib uits-
luitend in de organische kamer vullen!
Voor een storingvrije werking moeten de onderhoudsinter-
vallen absoluut worden nagekomen. Het op tijd ledigen van
de voorzuiveringskamer moet verzekerd zijn.
De werking van de kleine zuiveringsinstallatie verloopt voll-
edig automatisch. In detail zijn dit drie fasen, de "normale",
"besparing"-, en "vakantiefase". Deze verschillen van elkaar
met betrekking tot hun beluchtingtijd en de hoeveelheid. De
eigenlijke zuivering vindt in de normale fase plaats (6 uren).
Bij onvoldoende vulling van de installatie (te geringe vuil
water toevoer) gaat deze zelfstandig over tot de "bespa-
ringfase" (2 uren). In deze fase wordt de beluchtingtijd op
grond van de geringe hoeveelheid afvalwater gereduceerd,
om een "uithongeren" van de geadapteerde micro-organis
5. Inbedrijfstelling
6. Werking en verwijdering
25
Verwijdering) de instelling T20 ("Teruggeleiding vakantiefase")
te reduceren om een overmatige afvoer van organisch slib te
vermijden. Voor goede reinigingsresultaten dient u ervoor te
zorgen, dat naargelang de bedrijfsvoorwaarden, tussen 300 ml/l
tot 600 ml/l organisch slib in het organisch bekken voorhanden
is. Als deze waarde niet bereikt is, reduceert of verhoogt u de
ingestelde waarden van de teruggeleiding van slib. In de tabel
op pagina 256 vindt u de door de fabriek vooringestelde waar-
den.
5.2 Plichten van de exploitant
Controle
- transport- of montageschade
- constructieve gebreken
- alle elektrische en mechanische componenten op zitting en
functie controleren
- vlotterfunctie
- slangaansluitingen
- controle van de leidingverbindingen
- van de hevels (zie punt 8)
- beluchterkaars
5.3. Inwerking van de klant aan de hand van de montage-
handleiding
- Inbouw- en bedieningshandleiding met de klant doorlopen
- Bediening van de installatie (uitleggen en beschrijven)
- Voorlichting van de klant over de plichten van de exploitant
(verwijdering, onderhoud, werking van een biologische kleine
zuiveringsinstallatie, bedrijfsdagboek)
men te verhinderen. Bij langer durend verblijf in de "bespa-
ringfase" (8 uren) wordt automatisch de "vakantiefase" in-
geschakeld.
De "vakantiefase" is gekarakteriseerd door een nog gerin-
gere zuurstoftoevoer. Aanvullend daarbij wordt op het einde
van de vakantiefase een gedefinieerde hoeveelheid slib van
de organische kamer naar de voorzuivering getransporteerd.
Dit laat bij het volgende vullen een bepaalde zuurstoftoevo-
er in de organische kamer toe. Dit draagt bij tot het biolo-
giebehoud bij langere stilstand.
Van zodra in de voorzuiveringkamer voldoende water voor-
handen is, dat de vlotter bij het aansluitende vullen inge-
schakeld wordt, gaat de installatie automatisch naar de nor-
male fase over.
Deze aanpassing aan verschillende hoeveelheden van af-
valwater wordt automatisch door de besturing geregeld. De
overeenkomstige fase wordt op het schakeltoestel aange-
toond. Een algemeen overzicht over de verschillende fasen
en cycli vindt u in hoofdstuk 2.5.