De kettingspanning instellen
LET OP:
• Handhaaf de juiste kettingspanning. Een slappe zaagketting kan ertoe leiden
dat de zaagketting tijdens gebruik eraf komt. Een strakke zaagketting kan de
zaagketting of het zaagblad beschadigen.
• Controleer tijdens gebruik de kettingspanning vaak. Door gebruik rekt
de zaagketting op en wordt slap. Wanneer een nieuwe zaagketting is
gemonteerd, moet de kettingspanning vaker worden ingesteld.
Stel de kettingspanning in volgens de onderstaande stappen.
Draai de moer (A) een halve slag los.
1.
2.
Houd de punt van het zaagblad omhoog. Draai de spanschroef (B)
rechtsom tot de zaagketting strak langs de onderkant van het zaagblad
loopt.
3.
Pak de zaagketting in het midden van het zaagblad vast en trek deze
omhoog. De opening tussen het zaagblad en de geleider van de
zaagketting moet ongeveer 3 tot 4 mm zijn. Als dat niet het geval is, draait
u de spanschroef een klein stukje linksom en voert u stap 2 opnieuw uit.
4.
Draai de moer (A) stevig vast.
5.
Draai zo nodig de spanschroef een klein stukje om te voorkomen dat hij
valt.
De kettingolietank vullen
De zaagketting moet tijdens gebruik worden gesmeerd met kettingolie.
Vul vóór gebruik de kettingolietank. Draai na het vullen de olievuldop stevig
vast.
Gebruik uitsluitend Originele Dolmar-kettingolie.
OPMERKING:
• Gebruik nooit afgewerkte olie. Hierdoor kan de oliepomp worden beschadigd.
• Vermijd stoffige omgevingen voor het bijvullen van de kettingolie. Stof en
andere vreemde stoffen kunnen het olietoevoersysteem beschadigen.
Let tijdens gebruik altijd op het kettingoliepeil. Vul kettingolie bij wanneer het
peil in de tank laag is geworden. De tank raakt leeg na ongeveer 40 minuten
gebruik (afhankelijk van de instelling van de kettingsmering).
De toevoersnelheid van de kettingolie instellen
De toevoersnelheid van de kettingolie kan in drie stappen worden ingesteld.
Stel de toevoersnelheid in aan de hand van het gebruik, bijvoorbeeld afzagen
van harde takken.
Gebruik een platkopschroevendraaier om de toevoersnelheid van de
kettingolie in te stellen. Duw de stelschroef naar binnen en draai hem. Om
de toevoersnelheid te verhogen, draait u de stelschroef linksom (A). Om de
toevoersnelheid te verlagen, draait u de stelschroef rechtsom (B).
Na het instellen van de toevoersnelheid van de kettingolie, controleert u de
toevoersnelheid door het gereedschap op een gemiddeld toerental te laten
draaien.
B
117
A
B
A