10. Menu „INSTALL SETTINGS"
• Druk kort op de toets „MENU" (4), zoals beschreven in hoofd-
stuk 8. b). In de onderste dispalyregel verschijnt „USER
SETTINGS".
• Met de toetsen „–" (3) en „+" (2) kunt u omschakelen tussen
„USER SETTINGS" en „INSTALL SETTINGS".
Selecteer „INSTALL SETTINGS" en druk dan op de toets „OK" (5).
• Vervolgens kunt u met de toetsen „–" (3) en „+" (2) de gewenste
functie selecteren (zie onderstaand subhoofdstuk, resp. korte
beschrijving in hoofdstuk 8. b).
• Bevestig uw keuze met de toets „OK" (5).
• Als u een functie, resp. het instelmenu wilt verlaten, drukt u op
de toets „MENU" (4).
a) Functie H1 „HEAT OR COOL"
De instelling van deze functie beslist of de kamerthermostaat in
verbinding met een verwarmings- of koelapparaat wordt gebruikt.
Afhankelijk van de geselecteerde bedrijfsmodus („HEAT" = ver-
warmingsmodus, „COOL" = koelmodus) wordt het overeenkoms-
tig relais aan de aansluitklemmen COM1/NC1/NO1 resp. COM2/
NC2/NO2 geschakeld als de gemeten temperatuur de waarde in
de programmering over- of onderschrijdt (vanaf welk verschil is
afhankelijk van de instelling van de hysterese).
• „HEAT" = verwarmingsmodus
De verbruiker wordt ingeschakeld als de gemeten temperatuur
onder de waarde in de programmering ligt.
Deze bedrijfsmodus moet worden gebruikt als een verwarming
moet worden gestuurd.
• „COOL" = koelmodus
De verbruiker wordt ingeschakeld als de gemeten temperatuur
boven de waarde in de programmering ligt.
Deze bedrijfsmodus moet worden gebruikt als een koelap-
paraat/ventilator moet worden gestuurd.
162
Het merk voor huistechniek voor het hele huis. Kijk voor meer informatie op www.sygonix.com