b) Manuele temperatuurvoorkeuze
U kunt op elk moment de bestaande programmering pauzeren
en de gewenste temperatuur manueel instellen.
Deze functie is uitsluitend mogelijk als een programme-
ring aanwezig is (zie hoofdstuk 9. b).
Bij de eerste ingebruikname (of na een reset) is dit niet
het geval, daarom kan op elk moment ook geen manue-
le temperatuurinstelling worden uitgevoerd.
1.
De kamerthermostaat moet zich in de normale weergave be-
vinden (tijd/temperatuur op het scherm).
Zoals hierboven beschreven, moet een programmering aan-
wezig zijn.
2. Stel de gewenste manuele temperatuur met de toetsen
„–" (3) en „+" (2) in (een handsymbool verschijnt).
De temperatuur kan binnen de ingestelde temperatuurgren-
zen (zie hoofdstuk 9. h) worden gekozen.
3. Bevestig de instelling met de toets „OK" (5).
De kamerthermostaat bevindt zich daarop opnieuw in de nor-
male weergave.
4. Zolang het handsymbool op het scherm zichtbaar is, kan de
temperatuur met de toetsen „–" (3) en „+" (2) op elk moment
worden veranderd.
De manuele bedrijfsmodus wordt automatisch beëindigd, wan-
neer het volgende schakelpunt aan de hand van de programme-
ring wordt bereikt (vb. de volgende dag).
U kunt de manuele bedrijfsmodus ook zelf beëindigen door kort
op de toets „MENU" (4) of „OK" (5) te drukken.
Als de manuele bedrijfsmodus werd beëindigd, verdwijnt het
handsymbool. De temperatuursturing neemt nu opnieuw het in-
gestelde programma over.
169