Verwijder de vier zelfborgende bouten "D" van de vier draadeinden (die gebruikt zijn
om de ankers vast te zetten) en plaats vervolgens de voet van de slagboom "C". Zet
de slagboom met de vier zelfborgende bouten "D" en de bijbehorende ringen vast.
Het is ook mogelijk om de slagboom op reeds bestaande bestrating vast te zetten
zolang de bestrating dik genoeg is om een goede en stevige montage te garanderen
Wij adviseren gebruik te maken van stalen ankerbouten M12/Ø20 voor zwaar gebruik
ARM VAN 3/4 METER MONTEREN (afb. 4-5)
Monteer de bevestigingsvoet "A" van de arm op de steunnaaf "B" van de arm
en borg deze met de kabelbevestigingsbeugel "C" door gebruik te maken van
de schroeven "D" die inbegrepen zijn. Steek het voorgemonteerde element in de
boom "E" , draai schroef "F" aan en doe de binnenzeskantschroef "G" erin. Doe
de connectoren van de contactlijst "H" in de beugel "C". Doe bij gebruik van de
led-arm ook de connectoren "H1" erin. Breng de arm "I" aan en zet deze met de
zes schroeven en ringen "J" vast. Breng de kap "K" aan en gebruik de schroeven
"L" om hem vast te zetten.
ARM VAN 6 METER MONTEREN (afb 4a-5a)
Doe de connectoren van de contactlijst "A" in de beugel "C". Doe bij gebruik van
de led-arm ook de connectoren "B" erin. Breng de arm "D" aan en zet deze met de
zes schroeven en ringen "E" vast. Breng de kap "F" aan en gebruik de schroeven
"G" om hem vast te zetten.
DRAAIRICHTING OMKEREN BIJ ARM VAN 3/4 METER (afb. 6a-6e)
Om de draairichting van de arm van links (afb. 6a) in rechts (afb. 6e) te veranderen,
moet u de arm ontgrendelen en in de verticale stand "A" zetten (afb. 6b). Terwijl
de veer "C" in de ruststand (NIET GESPANNEN) staat moet u de moer en de bout
"B" losdraaien en verwijderen. Verwijder de veer en de kast met de accessoires
"D" indien aanwezig (afb. 6c). Demonteer de arm en zet hem aan de rechterzijde
weer in elkaar zoals getoond in afbeelding 5 en zet hem in de verticale stand "A"
(afb. 6c). Plaats de veer "C" weer terug en breng de bout en de moer "B" weer aan
en borg deze (afb. 6d). Vergrendel de arm weer en selecteer arm aan "rechterzijde"
in het menu OPTIES.
DRAAIRICHTING OMKEREN BIJ ARM VAN 6 METER (afb. 6f-6j)
Om de draairichting van de arm van links (afb. 6f) in rechts (afb. 6j) te veranderen,
moet u de arm ontgrendelen en in de verticale stand "A" zetten (afb. 6g). Terwijl
de veer "C" in de ruststand (NIET GESPANNEN) staat moet u de moer en de bout
"B" losdraaien en verwijderen. Verwijder de veer en de kast met de accessoires
"D" indien aanwezig (afb. 6h). Demonteer de arm en zet hem aan de rechterzijde
weer in elkaar zoals getoond in afbeelding 5 en zet hem in de verticale stand "A"
(afb. 6h). Plaats de veer "C" weer terug en breng de bout en de moer "B" weer aan
en borg deze (afb. 6i). Vergrendel de arm weer en selecteer arm aan "rechterkant"
in het menu OPTIES.
VASTE VANGPAAL MONTEREN (afb. 7-7b)
De vaste vangpaal moet aan het einde van de arm geplaatst worden en fungeert als
referentiepunt voor het sluiten van de slagboom. Wanneer de arm beweegt mag hij
nooit tegen de vangpaal aan stoten maar er alleen licht in steunen.
Breng beton op de betreffende plaats aan waar de grondplaat "S" met de betreffende
bevestigingsankers in geplaatst zal worden. Zorg ervoor dat de vier M8 draadeinden
30 mm uitsteken.
De plaat moet volledig waterpas zijn, het oppervlak moet helemaal schoon zijn
en de vier M8 draadeinden moeten loodrecht uitsteken en helemaal schoon zijn.
Verwijder de vier zelfborgende bouten van de vier draadeinden (die gebruikt zijn om
de ankers afb. 7a) vast te zetten) en plaats vervolgens de voet van de slagboom.
Zet de slagboom met de vier zelfborgende bouten en de bijbehorende ringen vast.
Het is ook mogelijk om de slagboom op reeds bestaande bestrating vast te zetten
zolang de bestrating dik genoeg is om een goede en stevige montage te garanderen.
Wij adviseren gebruik te maken van stalen ankerbouten M8/Ø14 voor zwaar gebruik.
HANDMATIGE BEWEGING (afb. 8)
Opgelet! Met de hand bewegen mag alleen gedaan worden wanneer het apparaat
vergrendeld is door stroomuitval of tijdens het monteren van de slagboom.
Toegang tot het ontgrendelmechanisme is zowel mogelijk aan de linker- als aan
de rechterzijde, afhankelijk van de installatie. Om het ontgrendelmechanisme te
draaien van det. A naar det. B en omgekeerd, dienen de 4 bevestigingsschroeven
enigszins losgedraaid te worden. Om bij het mechanisme te kunnen komen dient
eerst het blokje van het slot te worden verwijderd zoals in volgorde 1 en 2 getoond
in afbeelding 8 / 8a, waarna de motor ontgrendeld dient te worden door gebruik te
maken van de meegeleverde inbussleutel (volgorde 3 en 4). Voer deze procedure
in omgekeerde volgorde uit om de motor opnieuw te vergrendelen.
TOEGANG TOT DE KAST (afb. 9)
Gebruik om toegang te krijgen tot de mechanische / elektronische apparatuur de
meegeleverde sleutel: draai de sleutel tegen de klok in (linksom) "1" en maak de kap
met klepopening "2" open. Kantel de klep "3" naar buiten en trek hem omhoog om
hem te verwijderen "4". Om de klep te sluiten moet u de borg op de linkerhendel
van de kap naar boven schuiven.
MECHANISCHE AANPASSING VAN DE HORIZONTALE STAND VAN DE
ARM (afb. 10)
Ontgrendel de arm en zet hem volledig in de gesloten stand "1". Draai moer "2" los
door hem tegen de klok in te draaien (linksom). Plaats de waterpas "3" op de arm
en draai aan schroef "4" om de horizontale stand aan te passen. Draai terwijl de arm
in de juiste stand "5" staat moer "6" weer vast.
MECHANISCHE AANPASSING VAN DE VERTICALE STAND VAN DE ARM
(afb. 10a)
Ontgrendel de arm en zet hem volledig in de geopende stand "1". Draai moer "2"
los door hem tegen de klok in te draaien (linksom). Plaats de waterpas "3" op de
arm en draai aan schroef "4" om de verticale stand aan te passen. Draai terwijl de
arm in de juiste stand "5" staat moer "6" weer vast.
ARM BALANCEREN (afb. 10b)
Ontgrendel de arm, doe de deur van de kast open en draai moer "1" tegen de klok
in (linksom) (ongeveer 5 slagen). Draai de veer tegen de klok in (linksom) om de
spanning te verhogen of met de klok mee (rechtsom) om de spanning te verlagen
totdat de arm in stand "3" blijft staan, d.w.z. ongeveer 30° - 40° overhelt. Draai
nadat de arm gebalanceerd is moer "4" weer vast.
ELEKTRONISCHE BESTURING
Elektronische besturing voor gelijkstroommotoren met ingebouwde ontvanger
waarmee 300 / 1000 gebruikerscodes in het geheugen kunnen worden opgeslagen
(zie "besturing via radio"). De decoder is van het "rolling code" type die gebruik maakt
van zenders met een werkingsfrequentie van 433.92 MHz. Het motortoerental wordt
elektronisch geregeld: het begint laag en neemt toe in snelheid; de snelheid wordt
verlaagd als de bewegingsbegrenzing bijna is bereikt, zodat de arm op gecontroleerde
wijze stopt. Het programmeren gebeurt door gebruikmaking van een knop. Hiermee
kunt u het systeem, de stroomsensor en de totale bewegingsafstand van de arm
instellen. De logica voert met een encoder controles van de stand uit.
Wanneer de klem-/meetrekbeveiligingssensor inschakelt wordt de beweging kort
omgekeerd (10°) en daarna geblokkeerd.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Opgelet! Op geen enkel punt van de elektronische besturingsprintplaat is 230V
spanning aanwezig: alleen veilige laagspanning. In overeenstemming met de
elektrische veiligheidsvoorschriften is het verboden om de aansluitklemmen
10, 11, 12, 13 direct op een circuit aan te sluiten waar een hogere spanning dan
30Vac/dc op toegepast wordt.
Opgelet! Voor de juiste werking van de elektronische besturing moeten de
ingebouwde batterijen in goede staat zijn: bij stroomuitval zal als de batterijen
leeg zijn de stand van de slagboomarm verloren gaan en als gevolg daarvan zal
er een alarmsignaal afgegeven worden. Controleer daarom na elke zes maanden
of de batterijen in orde zijn 58 'Batterijen controleren').
• De uitgang voor de voeding van gecontroleerde lasten (klem 18) is bedoeld om
het verbruik van de batterijen bij stroomuitval te verminderen; daarom moeten
fotocellen en andere veiligheidsvoorzieningen op deze uitgang aangesloten worden.
• Wanneer er een opdracht via radio (of via draad) wordt ontvangen stuurt de
elektronische besturing spanning naar de CTRL 24 Vdc uitgang en als de
veiligheidsvoorzieningen in de ruststand staan wordt de motor gestart.
• Door apparatuur op de uitgang voor "gecontroleerde lasten" aan te sluiten kan er een
zelftest uitgevoerd worden (die ingeschakeld wordt met behulp van "TEST F1" en
"TEST F5" in het menu "OPTIES") om te controleren of de veiligheidsvoorzieningen
All rights reserved. Unauthorised copying or use of the information contained in th
goed functioneren.
• De aanwezigheid van de stroomsensor neemt niet weg dat het verplicht is om
fotocellen of andere veiligheidsvoorzieningen te installeren zoals bepaald door de
geldende veiligheidsvoorschriften.
• Zorg er vóór totstandbrenging van de elektrische aansluiting voor dat de spanning
en de frequentie, zoals vermeld op het typeplaatje, overeenstemmen met die van
de netvoeding.
• De voedingskabel moet van rubber zijn en van het type 60245 IEC 57 (bijv. 3 x
1.5 mm
H05RN-F).
2
• De voedingskabel mag alleen door een gekwalificeerde vakman vervangen worden.
• Tussen de besturing en de netvoeding moet een meerpolige schakelaar, met een
openingsafstand tussen de contacten van minstens 3 mm, geïnstalleerd worden.
• Gebruik geen kabels met aluminium geleiders; soldeer de uiteinden van de kabels
die in het klemmenbord moeten worden ingevoerd niet; gebruik kabels die met T
min 85°C gemarkeerd zijn en die bestand zijn tegen weersinvloeden.
• De geleiders moeten op passende wijze in de buurt van het klemmenbord
bevestigd worden zodat zowel de draad als het isolerende omhulsel stevig zijn
bevestigd.
NETVOEDING AANSLUITEN
• Sluit de besturingsdraden en de draden die van de veiligheidsvoorzieningen afkomstig
zijn aan.
• Voer de netvoedingskabel eerst door de kabelklem en daarna naar het aparte
drieweg klemmenbord:
- sluit de neutrale geleider aan op de klem N
- sluit de aardingsgeleider aan op de klem
- sluit de fasegeleider aan op de klem
52
N
L
L