Bijlage
Code
Betekenis
F.734
Condensatie Temperatuur te laag
F.735
Verdampings temperatuur te hoog
F.737
Verdampings temperatuur te hoog
F.741
Afgiftesyst. inlaat Temperatuur te
laag
F.752
Fout: omvormer
F.753
Fout verbinding omv. niet herkend
F.755
Fout: 4-wegklep positie niet cor-
rect
F.774
Sensorfout: temp. luchtinlaat
F.785
Ventilatoreenheid 2: Ventilator
geblok.
232
Oorzaak
–
Temperatuur in het afgiftecircuit (CV-
bedrijf) resp. omgevingscircuit (koel-
bedrijf) te hoog voor compressorbe-
drijf
–
Voeding van externe warmte in het
omgevingscircuit
–
Temperatuur in het CV-circuit te
laag, buiten het bedrijfskenveld
–
Koudemiddelcircuit te vol, teveel
koudemiddel in het systeem
–
Temperatuur in het afgiftecircuit (CV-
bedrijf) resp. omgevingscircuit (koel-
bedrijf) te hoog voor compressorbe-
drijf
–
Voeding van externe warmte in het
omgevingscircuit
–
Koelmiddelcircuit te vol
–
Tijdens de ontdooiing daalt de re-
tourtemperatuur onder 13 °C
–
Interne elektronicafout op de inver-
terprintplaat
–
Netspanning buiten 70V – 282V
–
Ontbrekende communicatie tussen
de inverter en de thermostaatprint-
plaat van de buitenunit
–
Verkeerde positie van de vierweg-
klep. Als in het CV-bedrijf de aan-
voertemperatuur lager is dan de re-
tourtemperatuur in het afgiftecircuit.
–
Voeler niet aangesloten of voelerin-
gang kortgesloten
–
Bevestigingssignaal ontbreekt dat de
ventilator roteert
Installatie- en onderhoudshandleiding recoCOMPACT exclusive 0020270984_00
Oplossing
–
Inbreng externe warmte verlagen of
onderbreken
–
EEV controleren (loopt de EEV in
de eindaanslag? sensor/actortest
gebruiken)
–
Lagedruksensor en compressorin-
laatvoeler controleren
–
Systeemtemperaturen controleren
–
Hoeveelheid koudemiddel controle-
ren
–
Inbreng externe warmte verlagen of
onderbreken
–
Ontdooier controleren (verwarmt
hoewel Uit in de sensor-/actortest?)
–
EEV controleren (loopt de EEV in
de eindaanslag? sensor/actortest
gebruiken)
–
Compressoruitlaatvoeler en hoge-
druksensor controleren
–
Hoeveelheid koudemiddel controle-
ren
–
Minimaal installatievolume garan-
deren, evt. met installatie van een
serieretourboiler
–
De foutmelding wordt weergegeven
tot de retourtemperatuur boven 20
°C stijgt.
Elektrische hulpverwarming activeren
om de retourtemperatuur te verho-
gen. De compressor is tijdens de
foutmelding geblokkeerd.
–
Netaansluitleidingen en compres-
soraansluitleidingen op intaktheid
controleren
De stekkers moeten hoorbaar vast-
klikken.
–
Kabels controleren
–
Netspanning controleren
De netspanning moet tussen 195 V
en 253 V liggen.
–
Fasen controleren
–
Evt. omvormer vervangen
–
Kabelboom en steekverbindingen
controleren en evt. vervangen
–
Toegewezen parameters van de
omvormer uitlezen en controleren of
waarden worden weergegeven
–
4-wegklep controleren (is een hoor-
baar omschakelen voorhanden?
sensor/actortest gebruiken)
–
Correcte plaatsing van de spoel op
de vierwegklep controleren
–
Kabelboom en steekverbindingen
controleren
–
Voeler controleren en eventueel
vervangen
–
Kabelboom vervangen
–
Luchtstroom controleren, evt. blokke-
ring verwijderen