5 Onderhoud, reinigen en opbergen
Bij onregelmatigheden, duidelijke schade, lekken
of als de goede werking beperkt is, mag u niet
beginnen werken, maar maakt u het apparaat
onmiddellijk via de veiligheidsventiel (2) drukvrij
(Fig. 4) en dient u het apparaat te laten controleren
in een werkplaats.
De drukspuit moet altijd verticaal staan, voordat er
aan het veiligheidsventiel wordt getrokken.
Attentie: Niet in de buurt van het gezicht houden!
5.2 Controle van de sproeidoppen en het
filterinzetstuk door het bepalen van de
afgiftehoeveelheid sproeimiddel
Vul het apparaat tot aan het maximum-merkteken
met zuiver water, neem het apparaat in gebruik en
sproei gedurende precies één minuut met 1 bar
arbeidsdruk.
Meet daarna hoeveel zuiver water u dient toe te
voegen om weer bij te vullen tot aan het maximum-
merkteken. Deze meetwaarde is de afgiftehoeveel-
heid van het apparaat in l/min bij de gekozen
werkdruk. Deze waarde mag niet meer dan 10 %
afwijken van de in paragraaf 4.1 vermelde waarde.
Als de gemeten waarde te klein is, kan dit te wijten
zijn aan afzettingen in de sproeidop en/of in het
filterinzetstuk. Reinig de onderdelen en herhaal de
controle. Als de gemeten waarde te groot is, kan
de sproeidop versleten of beschadigd zijn.
Ga tijdens het controleren van de sproeidoppen
ook na of de sproeidop nog een gelijkmatige
sproeiwaaier produceert.
Als de afgiftehoeveelheid ook na reiniging van de
sproeidop en het filterinzetstuk te klein is of als de
sproeidop of het filterinzetstuk versleten of bescha-
digd zijn, moeten sproeidop en/of filterinzetstuk
door orignele SOLO-vervangonderdelen worden
vervangen. Sproeidop en filterinzetstuk vervangen:
Zie paragraaf 5.3
5.3 Sproeidop en filterinzetstuk vervangen
In deze drukspuit mogen uitsluitend de standaard-
sproeidop (bestelnr.: 49 00 525), de sproeidoppen
van de sproeidoppenset (bestelnr.: 49 00 574) en
het originele filterinzetstuk (bestelnr.: 40 74 922 25,
maasbreedte: 0,8 mm) worden gebruikt.
Sproeidop en filterinzetstuk mogen uitsluitend in
drukvrije toestand worden vervangen. Trek aan de
veiligheidsventiel (2) om het apparaat drukvrij te
maken (Fig. 4).
De drukspuit moet altijd verticaal staan, voordat er
aan het veiligheidsventiel wordt getrokken.
Attentie: Niet in de buurt van het gezicht houden!
Sproeidoppen en filterinzetstuk vervangen:
x
Sproeidopopzetstuk met zuiver water afspoelen.
x
Sproeidopopzetstuk uit elkaar schroeven
(Fig. 2).
NEDERLANDS 8
x
Reinig de afdichtingen, de filter en de sproeidop
met zuiver water en een zachte borstel (Fig. 8).
Blaas de sproeidop nooit door met de mond!
Sproeidoppen niet met harde voorwerpen
reinigen!
x
Huidige sproeidop door nieuwe dop of huidig
filterinzetstuk door nieuw inzetstuk vervangen.
x
Afzonderlijke onderdelen van het sproeidop-
opzetstuk opnieuw samen schroeven (Fig. 2).
5.4 Pompdichting insmeren
Om de sproeimiddelreservoir goed af te sluiten
moet de pompdichting altijd goed met silikonenvet
ingesmeerd zijn.
5.5 Sproeimiddelreservoir leegmaken en alle
onderdelen reinigen die met de
sproeimiddel in aanraking zijn gekomen
Voordat de sproeimiddelreservoir wordt geopend
en voor het demonteren van het sproeidopopzet-
stuk, moet de drukspuit vrij van druk worden
gemaakt door aan het veiligheidsventiel (2) te
trekken (Fig. 4)!
De drukspuit moet altijd verticaal staan, voordat er
aan het veiligheidsventiel wordt getrokken.
Attentie: Niet in de buurt van het gezicht houden!
Maak het sproeimiddelreservoir en alle onderdelen
die met de sproeimiddel in aanraking zijn gekomen
dagelijks na het gebruik en met name op het einde
van het sproeiseizoen leeg en spoel het goed door
met zuiver water.
Resten van sproeimiddel kunnen corrosie en dus
beschadiging van het apparaat veroorzaken.
Schenk speciaal aandacht aan slijtageonderdelen,
zoals sproeidoppen, filters en dichtingen.
Hou rekening met de reinigingsinstructies in de
gebruiksaanwijzing bij het sproeimiddel.
Om te reinigen bevelen wij de SOLO-sproei-
apparaatreiniger (doseerfles van 500 ml,
bestelnr.: 49 00 600).
Nooit agressieve, zuur- en oplosmiddelhoudende
reinigingsmiddelen (b.v. benzine) gebruiken.
Na het reinigen laat u het sproeimiddelreservoir in
geopende toestand drogen.
Sproeidoppen en filterinzetstuk reinigen:
x
Sproeidopopzetstuk met zuiver water afspoelen.
x
Sproeidopopzetstuk uit elkaar schroeven.
x
Reinig de afdichtingen, de filter en de sproeidop
met zuiver water en een zachte borstel (Fig. 8).
Blaas de sproeidop nooit door met de mond!
Sproeidoppen niet met harde voorwerpen
reinigen!
x
Afzonderlijke onderdelen van het sproeidop-
opzetstuk opnieuw samen schroeven (Fig. 2).