2
Druk het membraan voorzichtig
op de vacuümklep totdat het
gekoppeld is.
5
Sluit de gele aansluitnippel met
een lichte draaibeweging aan
op de connector.
3
Duw de combinatie
vacuümklep/membraan
op de connector.
Positioneer de vacuümklep
zijdelings.
6
Steek het andere uiteinde van
de slang in de motoreenheid.
123