De Verlichtingstoren Op Voertuigen Plaatsen En Vervoeren; Installatie - Atlas Copco HiLight E2 Manuel D'instructions

3.2.4 De verlichtingstoren op
voertuigen plaatsen en
vervoeren
Dankzij hun compact en geoptimaliseerd ontwerp,
kunnen de HiLight E2 en E3+ erg goed worden
getransporteerd.
De verlichtingstoren kan gemakkelijk worden
gehesen en naar moeilijke plekken worden verplaatst
dankzij het centraal opgestelde hijsoog en de
vorkheftruckopeningen in het frame. U hebt enkel een
heftruck of een mechanische arm nodig.
De vorkheftruckopeningen en het hijsoog kunnen ook
worden gebruikt om de verlichtingstoren op
vrachtwagens te plaatsen voor vervoer over de weg.
Voor een veilig transport van de verlichtingstorens op
vrachtwagens of soortgelijke voertuigen:
1. Zorg dat de machine stabiel en veilig is opgesteld.
2. Controleer dat de verlichtingstoren volstrekt
horizontaal is geplaatst (controleer de niveaus
bovenaan het toestel).
3. Gebruik de heftrucksleuven (1) en het hijsoog (2)
om de verlichtingstoren zo stabiel mogelijk op het
transportvoertuig te bevestigen.
4. Gebruik riemen of andere sjormiddelen, op
voorwaarde dat ze de veiligheid en integriteit van
de machine niet aantasten.
5. Aanbevolen is dat de machine afgedekt wordt met
een zeil ter bescherming
weersomstandigheden indien het transport op een
open vrachtwagen gebeurt.
2
3.3

Installatie

– Plaats de verlichtingstoren op een horizontale,
vlakke en solide ondergrond. Controleer de
tegen slechte
niveaus bovenaan de verlichtingstoren om zeker
te zijn dat hij vlak staat.
1
1
- 57 -
– Laat voldoende ruimte vrij voor bediening,
controle en onderhoud (minstens 1 meter aan elke
zijde).
– Controleer dat het interne aardingssysteem in
overeenstemming is met
wetgeving.
– Gebruik een voldoende dikke kabel om de PE-
terminal aan te sluiten op een aardingsplaat met
een aardeweerstand die aangepast is aan de
kenmerken van de verlichtingstoren.
– Controleer dat het kabeleinde van de aardingspen
verbonden is met de aardingsklem.
De verlichtingstoren is bedraad voor
een TN-systeem volgens IEC 364-3,
d.w.z. één punt in de energiebron
direct geaard - in dit geval de
nulleider. De blanke, geleidende
delen van het elektrische systeem
moeten direct verbonden worden
met de functionele aarding.
– HiLight E2 en E3+ met IN/OUT-aansluitingen
kunnen in een rij worden gekoppeld. De
onderstaande kabelcriteria op basis van doorsnede
en lengte worden aanbevolen:
• Maximaal aantal HiLight E2 met halide
schijnwerpers in serie: 4 toestellen
• Maximaal aantal HiLight E3+ met LED-
schijnwerpers in serie: 10 toestellen
• Voor doorsneden en afstanden die buiten het
aanbevolen bereik vallen, gelieve contact op te
nemen met de technische dienst van Atlas
Copco.
de plaatselijke