In gebruik nemen
• Controleer regelmatig de werking van de melder: druk (ca. 1 seconde) op de
controletoets (het onderste segment van de behuizingsdeksel). Als het signaal
klinkt, dan werkt het apparaat zoals voorgeschreven en kan het worden bevestigd.
Het testsignaal (3 pieptonen) klinkt in totaal 4 keer, bovendien knippert de
geïntegreerde LED.
• Alternatief kan voor het testen van de draadloze rookmelders de bij ABUS
beschikbare testspray RM worden gebruikt. Als de testspray RM in de
detectiekamer komt, dan klinkt het alarmsignaal en wordt de werking van de
draadloze rookmelder getest.
• Na elk inleerproces en testalarm vereisen de apparaten een kalibratieperiode van
10 minuten om onderling voldoende datapakketten uit te wisselen. Gelieve in
deze periode geen testalarm in werking zetten.
De draadloze rookmelders koppelen
• Let op: koppel geen draadloze rookmelders van een ander model met deze
rookmelder. Dit kan storingen tot gevolg hebben, waardoor de goede werking
van het apparaat niet meer kan worden gegarandeerd.
• Wanneer één van de aangesloten melders in de testmodus wordt gebracht,
dan wordt dit door alle aangesloten melders gesignaleerd.
• Wanneer één van de aangesloten melders een alarm detecteert, dan wordt dit
alarm door alle aangesloten melders weergegeven.
• Indien de batterij bij één melder laag is, dan wordt dit direct bij deze melder
gesignaleerd. Daarnaast wordt dit ook één keer per 4 uur d.m.v. 2 pieptonen en
een knipperende LED bij alle aangesloten melders gesignaleerd.
– 70 –