Veiligheidsaanwijzingen
$DQEHYROHQ PRQWDJHSODDWVHQ ]LH D HHOGLQJ
• Draadloze rookmelder direct aan het plafond in het midden van de ruimte
plaatsen.
• Ruimtes die de voorkeur hebben, zijn woonruimtes, slaapruimtes en
kinderkamers.
$OV HU PHHUGHUH VODDSNDPHUV YRRUKDQGHQ ]LMQ ]RUJW X YRRU X H[WUD GUDDGOR]H
rookmelders in elke slaapruimte.
• Om gangen te bewaken dienen ook daar draadloze rookmelders te worden
gemonteerd, omdat vooral trappenhuizen vatbaar zijn voor brand
VFKRRUVWHHQH HFW %LM ODQJH JDQJHQ ]LMQ HYHQWXHHO PHHUGHUH PHOGHUV QRGLJ
• Bij montage aan het plafond moet erop worden gelet dat de melders minimaal
15 cm van de zijwand en minimaal 50 cm uit de hoek blijven.
Waarschuwing
Om uit te sluiten dat de draadloze rookmelder niet goed werkt, moeten de
volgende montageplaatsen worden vermeden:
• Plaatsen waar grotere temperatuurschommelingen dan het
bedrijfstemperatuurbereik (+0 °C tot +40 °C) te verwachten zijn.
• Plaatsen waar tocht de rook uit de buurt van de melder kan houden,
bijvoorbeeld naast vensters, deuren of ventilatiekanalen.
• Plaatsen waar door dampen, hogere luchtvochtigheid of afvoergassen
valse alarmen kunnen afgaan, bijvoorbeeld in keukens, badkamers of
garages.
• Plaatsen waar door hoge stof- en vuilbelasting de functie van de melder
gehinderd kan worden.
• Op het hoogste punt van ruimtes met puntdaken. De afstand tot het
hoogste punt (dakpunt) dient minimaal 30 cm te bedragen.
– 68 –
In gebruik nemen