10.5 Gebruikerscode vastleggen
Er staan u tot 8 gebruikerscode ter beschikking, om de alarmcentrale op scherp/onscherp te plaatsen.
De alarmcentrale moet zich in de programmeermodus bevinden.
Om de gebruikercodes 1 tot 8 in te voeren gaat u te werk als volgt:
Gebruikerscode 1
Gebruikerscode 2
Gebruikerscode 3
Gebruikerscode 4
Gebruikerscode 5
Gebruikerscode 6
Gebruikerscode 7
Gebruikerscode 8
• De gebruikerscode moet tussen 2 en 5 cijfers tellen.
• Als u een nieuwe gebruikerscode invoerde, wordt de oude overschreven.
• De gebruikerscode 1 is bovendien de toegangscode om de alarmcentrale via een DTMF-telefoon via een
oproep op scherp/onscherp te schakelen.
• Er moet minstens een gebruikerscode geprogrammeerd worden, om de alarmcentrale scherp/onscherp
te schakelen.
• Om een gebruikerscode te wissen, selecteert u de geheugenplaats en drukt u op de toets #. Deze geheu-
genplaats is nu niet meer beschikbaar.
Indien de gebruikerscode 1 bijvoorbeeld 12345 is, dan mag geen enkele andere gebruikerscode
32345 (dit is automatisch de stil alarm-code voor gebruiker 1) heten. Deze code ontstaat door het
optellen van 2 bij het eerste cijfer.
254
Geheugenplaats
(druk de getoonde cijfers in
op het bedieningspaneel)
11
12
13
14
15
16
17
18
Gebruikerscode
(voer de gewenste gebruikerscode
in op het bedieningspaneel)
2 tot 5 cijfers
2 tot 5 cijfers
2 tot 5 cijfers
2 tot 5 cijfers
2 tot 5 cijfers
2 tot 5 cijfers
2 tot 5 cijfers
2 tot 5 cijfers
Bevestiging
(druk de getoonde toets op
het controlepaneel)
#
#
#
#
#
#
#
#