Verhelpen Van Storingen - TOOLCRAFT TCBS 20-LI Solo Mode D'emploi Original

8. Verhelpen van storingen

U heeft met de accu-schroefboormachine voor een product gekozen dat volgens de nieuwste stand der techniek
is ontwikkeld en veilig is in het gebruik. Desondanks is het mogelijk dat er zich problemen en storingen voordoen.
Daarom beschrijven wij graag hoe u mogelijke storingen kunt verhelpen.
Houd per sé rekening met alle veiligheidsvoorschriften en informatie in deze gebruiksaanwijzing!
Probleem
Geen functie.
Aan-uitschakelaar kan niet worden
ingedrukt.
Bij het boren is geen vooruitgang
in boordiepte zichtbaar; de boor
dringt niet in het werkstuk.
Bij het losdraaien of bij het
indraaien van een schroef resp. bij
het boren ratelt de accu-schroef-
boormachine.
De boorhouder draait te langzaam
of te snel.
De boorhouder draait, de boor (of
een bit voor schroeven) echter niet
(gereedschap slipt door).
Oplossing
• Controleer de toestand van de accu en laad de accu op.
• Controleer of de accu juist is geplaatst en is vastgeklikt.
• Mogelijk is de overbelasting- of overtemperatuurbeveiliging geactiveerd.
Schakel de accu-schroefboormachine uit en wacht totdat deze is afge-
koeld voordat u het apparaat weer gebruikt.
• In de middelste stand van de draairichtingschakelaar is de aan-uit-
schakelaar om veiligheidsredenen geblokkeerd (inschakelblokkering).
Beweeg de draairichtingschakelaar zodat deze in de middelste positie
staat.
• Controleer de draairichting van de boor, zet de draairichtingschakelaar
in de juiste positie.
• Gebruik een andere, scherpere boor.
• Gebruik een boor die voor het materiaal waarin u een gat wilt boren,
geschikt is (hout- of metaalboor).
• Selecteer de juiste snelheid voor de boor afhankelijk van het materiaal
waarin u een gat wilt boren.
• Selecteer de juiste snelheid voor de boor afhankelijk van het materiaal
waarin u een gat wilt boren.
• Verstel de draaimoment-instelring zodat voor het indraaien van schroe-
ven een hoger koppel ter beschikking staat (hogere instelwaarde).
• Bij het boren van gaten moet u op de draaimoment-instelring de stand
met het boorsymbool kiezen, net bij het uitdraaien van schroeven.
• Controleer de instelling van de schuifschakelaar voor de 2-versnellin-
gen-aandrijving en selecteer een andere versnelling (eerst aan-uitscha-
kelaar loslaten en wachten tot de aandrijving volledig tot stilstand is
gekomen).
• Controleer of de boorhouder is vastgedraaid.
• Het klemgebied van de boorhouder is niet voldoende. Steek het gereed-
schap dieper in de boorhouder.
51