- H oud de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren zo lang aan het
meetpunt aangelegd, dat het schakelcircuit via de BENNING IT 100 vol-
ledig ontladen is. De afvallende proefspanning kan via het kleine display
worden afgelezen. Het circuit is geheel ontladen zodra het hoofddisplay het
teken „----" weergeeft.
Zie fig. 3:
8.3 Metenvanlaagohmigeweerstand
De laagohmige weerstandsmeting (schakelaarstand
Ω200mA)magnietwordentoegepastinverdelersystemen
metspanningenhogerdan600V.
- Maak het te meten schakelcircuit c.q. het object, spanningsvrij
- K ies met de draaischakelaar de gewenste functie „Ω 200 mA"
- H et zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de negatieve contactbus (-)
van de BENNING IT 100
- H et rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de positieve contactbus (+)
van de BENNING IT 100
- O m de weerstand van de meetsnoeren te compenseren (nulstelling)
worden de punten van de meetpennen tegen elkaar gehouden en wordt
de
-toets zolang ingedrukt totdat een akoestisch signaal klinkt.
De nulstelling is voltooid als in het display de waarde „0.00" alsook het
„ "-teken verschijnt.
- L eg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten
van het circuit.
- S taat er een vreemde spanning op de uiteinden van de meetpennen,
wordt de hoogte van deze spanning in het display weergegeven. Bij een
spanning vanaf 30 V AC/ DC gaat bovendien in het display een waarschu-
wingssignaal ( ) knipperen en klinkt er een akoestisch signaal om op de
afwijkende spanning te wijzen. Voordat u dan met de volgende stap verder
gaat, moet eerst het schakelcircuit spanningsvrij worden gemaakt.
- O m de meting van laagohmige weerstand te starten houdt u de
-toets ingedrukt.
- D e
-toets kan worden losgelaten zodra een akoestisch signaal
aangeeft dat de meetwaarde gestabiliseerd is. In het hoofddisplay wordt
de weerstand van de laagohmige meting weergegeven. Is de gemeten
waarde groter dan 20 Ω dan verschijnt in het display het symbool
„> 20 Ω".
- N a de meting wordt de polariteit van de teststroom omgezet, door het rode
en het zwarte veiligheidsmeetsnoer aan de meetpunten te wisselen.
- V oer dan opnieuw een meting uit. Het resultaat moet gelijk zijn aan de
eerste meting.
- H et wisselen van polariteit is bedoeld voor het opsporen van bijv. gecor-
rodeerde contacten, die een verschillend meetresultaat kunnen veroorza-
ken.
Zie fig. 4:
LET OP: Het meetresultaat kan worden vervalst door parallel
geschakelde impedantie van aanvullende bedrijfsstroomcir-
cuitsen/ofdoorcompensatiestromen.
8.4 Weerstandsmetingendoorgangstest
- Maak het te meten schakelcircuit c.q. het object, spanningsvrij.
- Kies met de draaischakelaar de gewenste functie „Ω ".
- H et zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de negatieve contactbus (-)
van de BENNING IT 100.
- H et rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de positieve contactbus (+)
van de BENNING IT 100.
- L eg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten
van het circuit en lees de gemeten waarde af in het display .
- S taat er een vreemde spanning op de uiteinden van de meetpennen,
dan wordt de hoogte van deze spanning in het display weergeven. Bij
een spanning vanaf 30 V AC/ DC gaat bovendien in het display een waar-
schuwingssignaal „ " knipperen en klinkt er een akoestisch signaal om op
de afwijkende spanning te wijzen. Maak dan het schakelcircuit spannings-
vrij en voer de meting op nieuw uit.
11/ 2006
meten van isolatieweerstand
meten van laagohmige weerstand
BENNING IT 100