NEDERLANDS
Zorg ervoor dat er geen giftige gassen in de werkruimte aan-
wezig zijn.
Neem de regels van de arbeidsinspectie in acht en zorg dat er
eerste-hulpmateriaal beschikbaar is.
In sommige gevallen kunnen pompen en het af te voeren mate-
riaal heet zijn, dan bestaat er kans op verbranding.
Voor installatie in explosiegevaarlijke gedeeltes zijn bijzondere
voorschriften van toepassing!
TOEPASSING
Dompelmotorpompen van de MultiFree-serie zijn geschikt voor
de afvoer van afvalwater in stedelijke en industriële pompsta-
tions evenals regenwaterreservoirs. De kleinere modellen kun-
nen ook goede dienst doen bij rampenbestrijding.
MultiFree-pompen worden bij voorkeur gebruikt voor:
– vezelhoudend afvalwater met propvorming
– afvalwater dat vaste stoffen bevat (geen stenen)
– schurend afvalwater
– Afvalwater met lucht- of gasbellen
– Gemengd water
– Ongezuiverd water
– Ongezuiverd slib
– Oppervlaktewater en regenwater.
De dompelpompen worden geleverd zonder explosiebeveili-
ging of met explosiebeveiliging.
Bij gebruik van de pomp moeten de respectieve nationale wet-
telijke en gemeentelijke voorschriften worden nageleefd, zoals
bijvoorbeeld
• Montage van laagspanningsinstallaties (bijvoorbeeld in Du-
itsland VDE 0100)
• Veiligheid en arbeidsmiddelen (bijvoorbeeld in Duitsland Be-
trSichV en BGR 500)
• Veiligheid in afvalwatertechnische installaties (bijvoorbeeld
in Duitsland GUV-V C5, GUV-R 104, GUV-R 126)
• Elektrische installaties en bedrijfsmiddelen (bijvoorbeeld in
Duitsland GUV-VA3)
• Explosiebeveiliging
EN 60079-0, EN 60079-1 en EN 1127-1
Bij afwijkende gebruiksomstandigheden in explosiegevaarlij-
ke gebieden, informeert u bij de bevoegde plaatselijke auto-
riteiten. In Duitsland zijn dit bijvoorbeeld de Gewerbeaufsicht
(arbeidsinspectie), TÜV, Bauamt (Bouw- en Woningtoezicht)
of een beroepsorganisatie.
In de verordening inzake veiligheid en gezondheid bij de ver-
strekking van arbeidsmiddelen en het gebruik ervan op het
werk, inzake de veiligheid bij het bedienen van te bewaken
apparatuur en de organisatie van de arbeidsveiligheid, artikel
1 Betriebssicherheitsverordnung (BetrSichV, bedrijfsveilig-
heidsverordening)" zijn de aanleg en exploitatie van deze in-
stallaties geregeld.
Waar ter plaatse geen explosiebeveiliging voor het transport
van fecaliën aanwezig is, mogen ook pompen zonder explosie-
beveiliging worden gebruikt.
16
Gebruikswijzen
bij een temperatuur van het af te voeren materiaal van 40º C:
Motor gedompeld: Continugebruik S1
Motor uit het water gehaald: Kort gebruik S2; zie Technische
gegevens
Motor uit het water gehaald: Uitschakelgebruik S3; zie Techni-
sche gegevens
Wanneer opgeslagen onder droge omstandigheden, is de dom-
pelpomp tot -20 º C tegen vorst beveiligd. Ingebouwd mag hij in
het water echter niet bevriezen.
Transport
De pomp moet altijd aan de kettingsluiting en niet aan de voe-
dingskabel omhoog worden getrokken! Het laten zakken van
de pomp in diepere schachten of putten is alleen toegestaan
met een ketting.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Door het gebruik van onze regelaars hebt u de zekerheid dat
aan de eisen van het EU-typegoedkeuring wordt voldaan.
LET OP! Alleen een professionele elektromonteur mag aan de
pomp of regelaar werkzaamheden uitvoeren.
De van toepassing zijnde normen (bijv. EN), de land-specifieke
wetgeving (bijvoorbeeld VDE) en de voorschriften van de plaat-
selijke netwerkexploitant moeten in acht worden genomen.
LET OP! Het uiteinde van de kabel nooit in het water leggen!
Eventueel binnendringend water kan tot storingen leiden.
Als zekeringen voor de pomp mogen alleen trage zekeringen
of zekeringautomaten met C- of D-karakteristieken worden
gebruikt:
10 A:
10..., 15..., 25..., 35...
16 A:
55...
20 A:
45..., 75...
25 A:
100...
De sterkstroompompen moeten via een overstroomlosser
worden beveiligd. Instelling voor directe start = nominale
stroom en bij ster/driehoek-start = nominale stroom x 0,58.
Als de zekeringsinstallatie geactiveerd is geweest, moet voor-
afgaande aan het opnieuw inschakelen de oorzaak van de sto-
ring worden verholpen.
Wikkelingsthermostaat
LET OP! Naast de overstroomschakelaars of motorbeveili-
gingsschakelaar moeten ook de in de motorwikkeling ingebou-
wde thermostaten worden aangesloten. Ze zijn geschikt voor
250 V / 1,2 A (cos phi 0.6) en voor aansluiting met 30 en 32 ge-
markeerd.
Thermostaataansluiting zonder
explosiebeveiliging
De thermostaten moeten zodanig worden aangesloten, dat ze
bij het bereiken van de reactietemperatuur van de motor via
het regelcircuit worden uitgeschakeld. Na afkoeling van de
wikkeling wordt automatisch weer ingeschakeld.
Daarom moet de pomp vrij van spanning gemaakt worden na
het inschakelen van de beveiligingsinrichting en voor het eli-
mineren van de oorzaak van de storing omdat de pomp anders
weer onafhankelijk ingeschakeld wordt.