Montage van de zaagbladbescherming:
1. Zaagbladbescherming (afb. 3/11) op de splijtwig (afb.
3/17) plaatsen en uitrichten.
2. De zeskantschroef (afb. 3/20) door het gat in de
zaagbladbescherming (afb. 3/11) en in de splijtwig (afb.
3/17) steken en met de moer (afb. 3/21) borgen.
3. De demontage vindt in omgekeerde volgorde plaats.
Let op: De zaagbladbescherming moet vrij kunnen
bewegen. De moer dus niet te vast aandraaien.
Vervanging van het tafelinzetstuk
1.
Let op: Netstekker uitnemen!
2.
De zes schroeven (afb. 3/19) verwijderen.
3.
Zaagbladbescherming (afb. 3/11) verwijderen (zie
„Montage van de zaagbladbescherming").
4.
Het versleten tafelinzetstuk (afb. 3/18) naar boven toe
uitnemen.
5.
De montage van het nieuwe tafelinzetstuk vindt in
omgekeerde volgorde plaats.
Voor de ingebruikneming
Neem het apparaat uit de transportverpakking en controleer
de volledigheid en de aanwezigheid van de in de levering
benodigde onderdelen: Indien onderdelen uit de levering
ontbreken of beschadigd zijn, neem dan contact op met uw
handelaar.
Plaats het apparaat op een vlakke, horizontale ondergrond.
De machine moet stabiel opgesteld worden, d.w.z. op een
werkbank of een vast onderstel geschroefd worden.
Voor inbedrijfstelling moeten alle afdekkingen en
veiligheidsonderdelen juist gemonteerd zijn.
Het zaagblad moet vrij kunnen draaien.
Bij bewerkt hout letten op vreemde voorwerpen, bijv. spijkers
of schroeven enz..
Voordat de aan/uit-schakelaar wordt bediend, controleer of
het zaagblad juist is gemonteerd en de beweegbare
onderdelen lichtdraaiend zijn.
Overtuigt u zich voor het aansluiten van de machine dat de
gegevens op het typeplaatje met de gegevens van het
elektranet overeenkomen.
Bediening (afb. 1+4+5)
In-/uitschakelen (afb. 1/6)
•
Door indrukken van de groene drukknop (I) kan de zaag
ingeschakeld worden. Voor het begin van het zagen
wachten tot het zaagblad zijn maximale toerental bereikt
heeft.
•
Om de zaag weer uit te schakelen, moet de rode
drukknop (0) ingedrukt worden.
Parallelle aanslag (afb. 1)
•
Bij het langszagen van houtdelen dient de parallelle
aanslag (afb. 1/10) gebruikt te worden.
•
De parallelle aanslag (afb. 1/10) op de rechter of de
linker zijde van de zaagtafel (afb. 1/3) schuiven.
•
M.b.v. de schaal op de zaagtafel (afb. 1/3) kan de
parallelle aanslag (10) op de gewenste afmeting
ingesteld worden.
•
De beide stergreepschroeven (afb. 1/4) vastdraaien om
de parallelle aanslag te fixeren.
Hoekinstelling (afb. 1+4+5)
Stel het zwenkbare zaagblad in volgens de vorm van het te
zagen stuk.
Let op! De schroeven altijd vast aandraaien om een
ongewenst kantelen van de zaagtafel te vermijden.
• Maak de schroef van de klemhendel (afb. 1/7) los (één
voor de voorste en de achterste), de wijzer moet op de
schaal van de hoekinstelling (afb. 1/5) op de positie 0
wijzen. (Het zaagblad staat nu haaks op de tafel.) Draai de
schroef van de klemhendel (afb. 1/7) opnieuw aan,
vervolgens kan de gewenste snede (afb. 4/a) uitgevoerd
worden.
• Maak de schroef van de klemhendel (afb. 1/7) los (één
voor de voorste en de achterste), de wijzer moet op de
schaal van de hoekinstelling (afb. 1/5) op de positie 45°
wijzen. Draai de schroef van de klemhendel (afb. 1/7)
opnieuw aan, vervolgens kan de gewenste snede (afb.
4/b) uitgevoerd worden.
Indien u onder 45° wilt zagen, stel dan de parallelle
aanslag in of zwenk het zaagblad en gebruik daarbij de
verstekaanslag om zaagsneden van 45° uit te voeren.
• Draai de wijzer terug in de positie 0. Draai de schroef van
de klemhendel (afb. 1/7) opnieuw aan, gebruik de
verstekaanslag (afb. 1/2) voor een betere grip. Vervolgens
kan de gewenste snede (afb. 5/a) uitgevoerd worden.
• • Draai de wijzer terug in de positie van 45°. Draai de
schroef van de klemhendel (afb. 1/7) opnieuw aan, gebruik
de verstekaanslag (afb. 1/2) voor een betere grip.
Vervolgens kan de gewenste snede (afb. 5/b) uitgevoerd
worden.
Rem
Deze tafelcirkelzaag is met een automatische motorrem
uitgerust. Indien de remtijd van 10 sec. (tijd van het
uitschakelen van het apparaat tot stilstand van het zaagblad)
wordt overschreden, moet u de machine door een vakman
laten controleren.
Gebruik (afb. 1+6+7+8)
Na iedere nieuwe instelling adviseren wij een proefsnede te
maken om de ingestelde waarden te controleren.
Zagen van smalle werkstukken (breedte < 120 mm)
(afb. 1+6)
•
De parallelle aanslag (afb. 6/10) overeenkomstig de
voorziene werkstukbreedte instellen.
•
Werkstuk met beide handen doorschuiven, in het bereik
van het zaagblad (afb. 1/1) absoluut een duwstok (afb.
6/16) gebruiken. (Duwstok is in de levering inbegrepen!)
•
Het werkstuk altijd tot het einde van de splijtwig
doorschuiven.
Let op! Bij korte werkstukken dient de duwstok al bij het
zaagbegin gebruikt te worden.
Zagen van zeer smalle werkstukken (breedte < 30 mm)
(afb. 7)
•
De parallelle aanslag (afb. 7/10) dient op de breedte van
het te zagen werkstuk ingesteld te worden.
•
Het werkstuk met duwhout (afb. 7/a) tot het einde van de
splijtwig doorschuiven.
•
Lange werkstukken tegen kantelen aan het einde van
het zaagproces borgen (bijv. afrolstandaard enz.).
•
Duwhout is niet in de levering inbegrepen!
Zaagsneden van 45° bij kleine werkstukken (afb. 1+8)
Zaagsneden van 45° mogen enkel m.b.v. de parallelle
aanslag (afb. 8/10) en de hoekaanslag (afb. 8/2) uitgevoerd
worden.
•
De hoekaanslag (afb. 8/2) op de parallelle aanslag
plaatsen.
•
Parallelle aanslag (afb. 8/10) op de gewenste lengte van
het werkstuk instellen en vastklemmen.
•
Het werkstuk in de hoekaanslag (afb. 8/2) plaatsen.
•
De zaag inschakelen en de hoekaanslag afb. 8/2)
samen met het houtstuk langs de parallelle aanslag (afb.
8/10) in het zaagblad (afb. 1/1) schuiven.
•
Na uivoering van de snede de zaag uitschakelen.
38