Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
4.2 Inwerkingstelling
B
De inwerkingstelling moet door gekwalificeerd en hiervoor opgeleid personeel
worden uitgevoerd. Controles die uitgevoerd moeten worden bij de eerste ont-
steking en naar aanleiding van alle onderhoudswerkzaamheden die afsluiting
van de installaties met zich meebrengen, of na een ingreep op de veiligheidsin-
richtingen of delen van de verwarmingsketel:
Alvorens de verwarmingsketel te ontsteken
•
De eventuele afsluitkleppen tussen de verwarmingsketel en de installaties openzetten.
•
Controleer of de gasinstallatie lekdicht is. Ga hierbij zorgvuldig te werk en gebruik
een water met zeepoplossing om eventuele lekken in de aansluitingen op te sporen.
•
Vul de hydraulische installatie en zorg ervoor dat de verwarmingsketel en de instal-
latie volledig ontlucht zijn door de ontluchtingsklep op de verwarmingsketel en de
eventuele ontluchtingskleppen op de installatie te openen.
•
Controleer of er geen waterlekken in de installatie, de circuits van het sanitaire wa-
ter, de verbindingen of de verwarmingsketel zitten.
•
Controleer of de elektrische installatie goed is aangesloten.
•
Controleer of het apparaat een goede aarding heeft.
•
Controleer of er zich in de buurt van de verwarmingsketel geen ontvlambare vloei-
stoffen of materialen bevinden.
•
Ontlucht de gasleidingen met behulp van de drukaansluiting 1 van de gasklep (fig. 19).
Ontsteking
Maak de brandstofkleppen open.
Schakel de stroom naar het apparaat in.
De eerstvolgende 120 seconden wordt op het display FH weergegeven, hetgeen be-
tekent dat de verwarmingsinstallatie ontlucht wordt.
De eerste 5 seconden verschijnt op het display de softwareversie van de kaart.
Wanneer de melding FH niet meer zichtbaar is, is de verwarmingsketel gereed om au-
tomatisch te starten telkens wanneer er sanitair warm water wordt gebruikt of wanneer
de omgevingsthermostaat hierom vraagt.
Als na een correct uitgevoerde ontsteking de branders niet gaan branden en op
A
het display het bericht A01 verschijnt, dient u ongeveer 15 seconden te wa-
chten en vervolgens op de toets RESET drukken. De geresette generator he-
rhaalt de inschakelingscyclus. Als ook na herhaaldelijke pogingen de brander
niet gaat branden, de paragraaf "Oplossen van storingen" raadplegen.
Wanneer de elektrische voeding naar de verwarmingsketel wordt onderbroken
A
terwijl deze in werking is, zullen de branders uitgaan en weer automatisch aan-
slaan bij terugkeer van de voedingsspanning.
Controles tijdens de werking
•
Controleer de lekdichtheid van het brandstofcircuit en van de waterinstallaties.
•
Controleer de doeltreffendheid van de schoorsteen en de rookkanalen tijdens de
werking van de verwarmingsketel.
•
Controleer of de watercirculatie tussen de verwarmingsketel en de installaties cor-
rect verloopt.
•
Controleer of de ontsteking van de verwarmingsketel correct werkt door hem ver-
schillende malen te ontsteken en weer uit te zetten.
•
Verzeker u ervan dat het brandstofverbruik dat de meter aangeeft, overeenkomt
met de waarden die worden aangegeven in de tabel met de technische gegevens
in cap. 5.3.
•
Controleer of de toevoer van sanitair water juist is en overeenkomt met t van de
tabel technische gegevens: neem geen genoegen met metingen uitgevoerd met
empirische methodes. De meting dient uitgevoerd te worden met geschikte instru-
menten en, met het oog op warmteverlies in de leidingen, zo dicht mogelijk bij de
verwarmingsketel.
•
Controleer of de verwarmingscirculatiepomp uitgeschakeld wordt gedurende de ve-
rwarmingsfunctie op het moment dat een warmwaterkraan wordt opengedraaid en
of er naar behoefte sanitair warm water wordt geleverd.
4.3 Onderhoud
B
DE VOLGENDE WERKZAAMHEDEN MOGEN UITSLUITEND DOOR
GEKWALIFICEERD EN HIERVOOR OPGELEID PERSONEEL WORDEN UI-
TGEVOERD.
Seizoenscontrole van verwarmingsketel en schoorsteen
Het wordt geadviseerd minstens eenmaal per jaar de volgende controles te laten uitvo-
eren aan het apparaat:
•
De besturings- en veiligheidsinrichtingen (gasklep, thermostaten, etc.) moeten cor-
rect functioneren.
•
De rookpijpen moeten vrij zijn van obstakels en geen lekken vertonen.
•
De gas- en waterinstallaties moeten lekdicht zijn.
•
De brander en de warmtewisselaar moeten schoon zijn. Volg de instructies van de
volgende paragraaf op.
•
De elektroden moeten vrij zijn van afzettingen en correct zijn gepositioneerd (zie fig. 24)
•
De waterdruk van de installatie moet in de ruststand circa 1 bar zijn; indien dit niet
het geval is, de installatie naar deze waarde terugbrengen.
•
Het expansievat moet gevuld zijn.
•
Het debiet en de druk van het gas moeten overeenkomen met de waarden die in de
respectievelijke tabellen met technische gegevens zijn vermeld.
•
De circulatiepompen mogen niet geblokkeerd zijn.
62
NL
Openen van het voorpaneel
Zie voor het openen van het voorpaneel van de verwarmingsketel de handelingsvolgorde op de fig. 20.
B
Voordat binnen in de verwarmingsketel een willekeurige ingreep wordt uitgevo-
erd, moet de stroomtoevoer worden afgesloten en de bovenstroomse gaskraan
worden dichtgedraaid.
Reinigen van verwarmingsketel en schoorsteen
Voor een goede reiniging van de verwarmingsketel (fig. 21) dient u als volgt te werk te gaan:
•
Sluit de gaskraan bovenstrooms van de verwarmingsketel en koppel de elektrische
voeding naar het apparaat af
•
Verwijder het voorpaneel van de verwarmingsketel
•
Til het deksel van de omkasting op door deze naar boven te drukken
•
Verwijder het isolatiemateriaal op de trekonderbreker.
•
Verwijder de sluitplaat van de rookkamer
•
Verwijder de brandergroep (zie de volgende paragraaf)
•
Reinig met behulp van een pompstok en maak een neergaande beweging.
•
Reinig met behulp van een stofzuiger de afvoerpijpen van de verbrandingspro-
ducten tussen de gietijzeren elementen van de verwarmingsketel
•
Monteer alle vooraf gedemonteerde onderdelen weer zorgvuldig en controleer de
afdichting van het gascircuit en van de verbrandingspijpen
•
Zorg er tijdens de reiniging voor om de sensor van de rookthermostaat op de achte-
rkant van de rookkamer niet te beschadigen
1
Deksel van de omkasting
2
Sluitplaat van de rookkamer
3
Pompstok
4
Magnesiumanode
5
Flens
6
Frontpaneel van de boiler
cod. 3540T644 - Rev. 0 -
/201
PEGASUS D K 130
1
2
fig. 20 - Openen van het voorpaneel
5
6
fig. 21 - Reiniging van de verwarmingsketel
1
2
3
4
Publicité
