NL
Bij gebruik van een kleinere doorsnede stijgt de
spanningsval en vermindert het uitgangsvermogen
B
van de booster.
Kabeldoorsnedes voor andere kabellengtes kunnen
met de volgende formule berekend worden:
I
(l
l
)
max
a
+
b
x
q =
15
q
= aanbevolen doorsnede in mm
I
max = maximale stroom in A
l
= lengte van de + 12 V-kabel in m
a
l
= lengte van de massageleider in m
b
6.1.4 GND-aansluitingen (23 + 31)
Verbind beide GND-aansluitingen via kabels met de
gepaste doorsnede (dezelfde doorsnede als de
+12 V-voedingskabels) met de massa van de auto of
rechtstreeks met de negatieve klem van de autobat-
terij. Om aardlussen te vermijden moet de massa-
verbinding van de autoradio en de booster op de-
zelfde plaats liggen.
6.2 Ingangen
De booster is via phono-kabels met de lijnuitgangen
aangesloten op de autoradio. Indien de radio geen
lijnuitgangen heeft, dan kunnen de luidsprekeruit-
gangen van de autoradio via een geschikte transfor-
mator (bv. de MONACOR FGA-20) met de ingangen
van de booster verbonden worden.
6.2.1 Hoe verschillende signalen naar de kana-
len sturen
Indien de kanalen 1 tot 3 verschillende signalen
moeten ontvangen, dienen beide INPUT SELEC-
TOR-schakelaars (2 +10) in de NORMAL-stand ge-
plaatst en alle INPUT-jacks (1, 9, 15) verbonden te
worden. Dit is nodig indien er op de autoradio bv. zes
uitgangen beschikbaar zijn of bijkomend een actief
crossover-netwerk voorgeschakeld is.
6.2.2 Hoe één signaal naar verschillende kanalen
sturen
Met de INPUT SELECTOR-schakelaars (2 +10) kan
één signaal naar twee of drie kanalen gestuurd wor-
E
Longitud total
Sección recomendada del cable*
del cable
para 40 A max.
2
2 m
5 mm
2
4 m
10 mm
2
6 m
16 mm
2
10 m
27 mm
*Para las secciones recomendadas, debe tenerse
en cuenta una baja tensión de 0,25 V max. sobre los
cables de alimentación. Si se utilizan secciones más
bajas, la bajada de tensión aumenta, la potencia de
salida del ampli disminuye.
Se pueden calcular las secciones para otras longitu-
des del cable con la siguiente fórmula:
I
(l
l
)
+
max
x
a
b
q =
15
q
= sección recomendada en mm
I
max = intensidad máxima en A
l
= longitud del cable 12 V en m
a
l
= longitud del cable masa en m
b
6.1.4 Conexiones GND (23 + 31)
Conectar los dos bornes GND a la masa del vehículo
con un cable de gran sección (la misma sección que
el cable de alimentación 12 V) o directamente al
borne negativo de la batería. Para evitar cualquier
bucle de masa, la masa del autoradio debe ponerse
allí donde la masa del amplificador esté situada.
6.2 Entradas
Conectar el amplificador con un cable RCA a las sali-
das Line del autoradio. Si el autoradio no tiene sali-
das Line, se pueden conectar las salidas altavoz del
autoradio a las entradas del amplificador con un
transformador (por ejemplo, MONACOR FGA-20).
6.2.1 Distribución de varias señales
Si los canales 1–3 deben recibir diferentes señales
de entrada, los dos interruptores INPUT SELECTOR
(2 +10) deben estar en NORMAL, todas las tomas
de entrada INPUT (1, 9, 15) deben estar conecta-
das. Esto es necesario cuando por ejemplo, en el
16
den (bv. bij gebruik van een subwoofer of bij con-
structie van een actief 3-wegsysteem zonder bijko-
mend crossover-netwerk).
Om een stereosignaal naar de kanalen 1 en 2 te
sturen:
Plaats de INPUT SELECTOR-schakelaar (2) in de
stand CH1/CH2. Stuur het signaal naar één van de
jack-paren (1) of (9).
2
Om een stereosignaal naar de kanalen 2 en 3 te
sturen:
Plaats de INPUT SELECTOR-schakelaar (10) in de
stand CH2/CH3. Stuur het signaal naar één van de
jack-paren (9) of (15).
Om een stereosignaal naar de kanalen 1, 2 en 3 te
sturen:
Plaats de INPUT SELECTOR-schakelaar (2) in de
stand CH1/CH2 en de schakelaar (10) in de stand
CH2/CH3. Stuur het signaal naar één van de
INPUT-jack-paren (1), (9) of (15).
6.2.3 Brugwerking
Elk stereo-kanaal 1 tot 3 kan ook in monobrugwer-
king geschakeld worden en dientengevolge het ver-
mogen aan de uitgang verdubbelen.
Voorbeeld A, kanaal 3 voor een subwoofer is in brug-
werking geschakeld (fig. 7):
1) Kanaal 1 voor de luidsprekers vooraan: stuur het
ingangssignaal voor de luidsprekers vooraan
naar de INPUT-jacks (1). Plaats de INPUT SE-
LECTOR-schakelaar (2) in de stand NORMAL.
2) Kanaal 2 voor de luidsprekers achteraan: stuur
het ingangssignaal voor de luidsprekers ach-
teraan naar de INPUT-jacks (9).
3) Kanaal 3 voor een subwoofer: plaats de INPUT
SELECTOR-schakelaar (10) in de CH2/CH3-
stand.
Voorbeeld B, alle kanalen zijn in brugwerking
geschakeld:
Stuur het ingangssignaal voor het overeenkomstige
signaal via een Y-kabel (bv. MONACOR CBA-20)
naar beide INPUT-jacks L en R.
autoradio, hay 6 salidas o cuando un filtro activo
suplementario está conectado.
6.2.2 Repartición de una señal sobre varios
canales
Se puede repartir una señal sobre dos o tres tipos de
canales con los interruptores INPUT SELECTOR
(2 +10), por ejemplo, cuando se utiliza un subwoofer
o por un sistema activo de 3 vías sin filtro suplemen-
tario.
Distribución de una señal estéreo sobre los canales
1 y 2:
Poner el selector INPUT SELECTOR (2) en CH1/
CH2; poner la señal sobre uno de los pares de
tomas INPUT (1) o (9).
Distribución de una señal estéreo sobre los canales
2 y 3:
2
Poner el selector INPUT SELECTOR (10) en CH2/
CH3 y pasar la señal a uno de los pares de tomas
INPUT (9) o (15).
Distribución de una señal estéreo sobre los canales
1, 2 y 3:
Poner el selector INPUT SELECTOR (2) en CH1/
CH2 y el interruptor (10) en CH2/CH3, después
pasar la señal en uno de los pares de tomas INPUT
(1), (9) o (15).
6.2.3 Modo puenteado
Cada canal estéreo 1–3 puede trabajar en modo
mono puenteado y tener una potencia de salida do-
blada.
Ejemplo A, canal 3 para un subwoofer trabajar en
modo puenteado (schéma 7):
1) Canal 1 para los altavoces anteriores: poner la
señal de entrada a las tomas INPUT (1) para los
altavoces delanteros; el interruptor INPUT SE-
LECTOR (2) está en NORMAL.
2) Canal 2 para los altavoces traseros: poner la
señal de entrada para los altavoces traseros en
las tomas INPUT (9).
3) Canal 3 para un subwoofer: poner el interruptor
INPUT SELECTOR (10) en la posición CH2/CH3.
1) Kanaal 1 voor de linker breedbandluidspreker:
stuur het ingangssignaal voor het linker kanaal
naar beide INPUT-jacks L en R (1).
2) Kanaal 2 voor de rechter breedbandluidspreker:
stuur het ingangssignaal voor de luidsprekers
achteraan naar beide INPUT-jacks L en R (9).
3) Kanaal 3 voor een subwoofer: stuur het ingangs-
signaal voor het linker kanaal naar de INPUT-jack
L (15) en het signaal voor het rechter kanaal naar
de INPUT-jack R (15).
4) Plaats beide INPUT SELECTOR-schakelaars
(2 +10) in de stand NORMAL.
6.3 De luidsprekers
Het maximale uitgangsvermogen verkrijgt men bij
aansluiting van 4 Ω-luidsprekers. Maar men kan ook
8 Ω-luidsprekers gebruiken, waarbij het uitgangs-
vermogen wordt gereduceerd. Alle luidsprekers
moeten een dubbelpolige aansluiting hebben met de
booster, d.w.z. dat de negatieve aansluiting van een
luidsprekeruitgang (L- of R-) nooit met de negatieve
aansluiting van een andere uitgang of met de mas-
saverbinding verbonden mag worden!
6.3.1 Stereo-werking
De luidsprekers moeten minstens de volgende
Wrms-waarden hebben, wanneer ze op een kanaal
in stereo-werking aangesloten zijn:
Kanalen 1 en 2: 50 W
Kanaal 3:
75 W
L+ = + linker luidspreker
L- = - linker luidspreker
R- = - rechter luidspreker
R+ = + rechter luidspreker
6.3.2 Brugwerking
De luidsprekers moeten minstens de volgende
Wrms-waarden hebben, wanneer ze op een kanaal
in brugwerking aangesloten zijn:
Kanalen 1 en 2: 100 W
Kanaal 3:
150 W
Ejemplo B, todos los canales funcionan en modo
puenteado:
La señal de entrada para el canal correspondiente
debe estar presente a las dos tomas INPUT L y R vía
un cable en Y (por ejemplo, MONACOR CBA-20).
1) Canal 1 para el altavoz larga banda izquierdo:
poner la señal de entrada del canal izquierdo en
las dos tomas INPUT L y R (1).
2) Canal 2 para el altavoz larga banda derecho:
poner la señal de entrada para el canal derecho a
las tomas INPUT L y R (9)
3) Canal 3 para un subwoofer: poner la señal de en-
trada a la toma INPUT L (15) para el canal
izquierdo y a la toma INPUT R (15) para el canal
derecho.
4) Poner los dos selectores INPUT SELECTOR
(2 +10) en posición NORMAL.
6.3 Altavoces
La potencia de salida máxima se obtiene cuando
conectamos los altavoces 4 Ω. Puede también
conectarse altavoces de 8 Ω, pero la potencia de
salida disminuye. Conectar los altavoces siempre
con dos conductores: no conectar nunca el borne
negativo de una salida altavoz (L- o R-) al borne
negativo de otra salida o a la masa.
6.3.1 Modo estéreo
Los altavoces deben tener siempre la potencia RMS
siguiente cuando están conectados a un canal fun-
cionando en modo estéreo:
canales 1 y 2: 50 W
canal 3:
75 W
Conexiones:
L+ = + HP izquierda
L- = - HP izquierda
R- = - HP derecha
R+ = + HP derecha
6.3.2 Modo puentado
Los altavoces deben tener siempre la potencia RMS
siguiente cuando están conectados a un canal fun-
cionando en modo puente: