One-arm-drive
One-arm-drive (6.41 - 6.41.1)
Om de rolstoel recht vooruit te laten rijden, moeten beide
hoepels tegelijkertijd worden gebruikt.
Om de rolstoel op te vouwen, maakt u de telescopische stang
los door de ontgrendeling naar binnen te duwen (1). Om de
wielen te verwijderen, trekt u aan de ontgrendelingsknop (2).
OPGELET!
Controleer altijd of de verbindingen op de juiste wijze zijn
bevestigd, om letsel te voorkomen.
Duwhandvatten
In de hoogte verstelbare duwhandvatten (Fig. 6.42)
Die duwhandvatten zijn in hun positie beveiligd door pinnen die
voorkomen dat ze per ongeluk wegschuiven. Het openen van
de quick release
hendel maakt het mogelijk de hoogte van de duwhendels
aan te passen aan uw individuele wensen. Wanneer u de
hendel beweegt, zult u een vergrendelingsmechanisme horen; u
kunt het duwhandvat nu makkelijk in de gewenste positie
brengen. De moer bepaalt hoe
stevig de duwhandvatten op hun plaats gehouden worden. Als
de moer losgedraaid is, zal ook het duwhandvat te los zitten.
Draai het duwhandvat naar beide kanten om u ervan te
vergewissen dat hij stevig op zijn plaats zit. Nadat u de hoogte
van het duwhandvat heeft ingesteld, moet u de fixatiehendel
altijd stevig op zijn plaats vastmaken. Als de fixatiehendel niet
vergrendeld is, kan dit letsel veroorzaken bij het opgaan van
een trap.
Duwhandvat
Neerklapbare duwhandvatten (Fig. 6.43)
Wanneer u de duwhandvatten niet gebruikt, kunt u die
neerklappen door op de knop (1) te drukken. Zodra u ze
opnieuw nodig hebt, klapt u ze weer naar boven tot ze op hun
plaats klikken.
Life T Rev.E
Fig. 6.41
Fig. 6.41.1
(1)
Fig. 6.42
Fig. 6.43
1
(1)
(2)
95