Controleer regelmatig de slangklemmen en de
drukslangen.
Tip:
Om verdere ontluchtingsprocessen te vermijden, moet het
vloeistofreservoir nooit geheel leeggezogen worden.
Oplossen van storingen
Problemen
Mogelijke
oorzaken
De pomp
1. Geen voeding
draait niet
2. Nulspannings-
schakelaar
geactiveerd.
3. Mechanische
pakking (pakking
van de glijring)
verkleefd.
De pomp
1. Lucht in
draait maar
pomphuis.
levert geen
dieselolie
2. De pomp zuigt
lucht in de
zuigomgeving.
De
1. Spanning komt
thermobeveili
niet met het
ging schakelt
typeplaatsje van
de pomp
de motor overeen.
wegens
oververhitting
2. Een vreemd
uit
voorwerp heeft het
wormwiel
geblokkeerd.
3. De pomp heeft
langer dan 15
minuten droog of
met gesloten
uitlaatopening
gewerkt.
4. Pomp is
overbelast.
Oplossing
1. De spanning en de
juiste bevestiging van de
netstekker controleren.
2. Inschakelen.
3. Met een grote
schroevendraaier de
motoras door de
afdekking van de
ventilator los draaien.
1. Ontluchting uitvoeren
(zie "Inbedrijfstelling").
2. Controleer de
dichtheid van de
uitgangslang. De
uitgangslang moet
volledig in de vloeistof
gedompeld zijn en geen
afknijpende plaatsen of
zwanenhalzen hebben.
Let op de maximale
inlaathoogte.
1. De netspanning
controleren.
2. De aanzuigleiding
afkoppelen en het
vreemde voorwerp
verwijderen.
3. De pomp laten
afkoelen, daarna weer
starten. Controleren dat
deze door de
mechanische pakking
niet beschadigd werd.
4. Vaker een pauze
inlassen.