Bij opslag moet gelet worden dat het apparaat op
een droge, voor kinderen en onbevoegden
onbereikbare plaats wordt bewaard.
Maak het apparaat, voor een langer niet-gebruik,
grondig schoon.
Samenbouw en voorbereidingen
Netaansluiting (Afb. II)
De dieseloliepomp is voor 230 V~50 Hz wisselstroom
geconstrueerd. Uitsluitend een stopcontact met
aardaansluiting gebruiken. Voor aansluiting van de pomp
gelden de betreffende veiligheidsvoorschriften.
Hefventiel (afb. 5/afb. VI/5)
(Volg eerst stap 5 op in hoofdstuk "Inbedrijfstelling")
Monteer het hefventiel (afb. I/f) tussen drukslang en
drukaansluiting van de pomp. Let op de stroomrichting van de
dieselolie. De pijl op het hefventiel moet beslist in de richting
van het vulpistool wijzen.
Installatie (afb. IV)
De pomp is een elektrisch apparaat dat op een beschermde
plaats opgesteld moet worden waar de pomp niet aan
weersinvloeden is blootgesteld. De pomp moet op een droge,
goed geventileerde plaats opgesteld worden. De pomp op
een vlakke en vaste ondergrond opstellen. Daarbij moet op
een minimumafstand van wanden of muren gelet worden om
eventuele gebruiks- en onderhoudswerkzaamheden te
vergemakkelijken. De elektrische pomp moet zo dicht
mogelijk bij de af te zuigen dieselolie opgesteld worden.
Inbedrijfstelling van de dieseloliepomp (afb. V) en (afb.
VI)
Volg voor de inbedrijfstelling van de dieseloliepomp beslist
het grafisch uitgebeelde verloop op zoals in het begin van de
gebruiksaanwijzing aangegeven (afb. VI).
Stap 1
Dicht eerst de schroefdraad aan het eind van de zuigslang
met teflonband af, als beste met hennep en schroef het
voetventiel daarna in de afgedichte schroefdraad van de
zuigslang (afb. I/c). (Afb. VI/1)
Stap 2
Dicht de schroefdraad aan het andere eind van de zuigslang
met teflonband af, als beste met hennep en schroef het eind
van de zuigslang in de inlaatopening (afb. I/j) van de pomp.
(Afb. VI/2)
Stap 3 (ontluchting)!
Draai de ontluchtingsdop (afb. I/k) eerst uit de pomp (afb.
VI/3).
Stap 4 (ontluchting)!
Vul nu het pomphuis en de zuigslang boven de uitlaatopening
(afb. I/i) geheel aan tot de dieselolie uit de
ontluchtingsopening vloeit. (Afb. VI/4)
Stap 5
Dicht nu de schroefdraad van het hefventiel (afb. I/f) met
teflonband af, als beste met hennep en schroef deze in de
uitlaatopening (afb. I/i) van de pomp (afb. VI/5). Dicht nu ook
de schroefdraad van de ontluchtingsdop (afb. I/k) met
teflonband af, als beste met hennep en schroef deze weer in
de daarvoor voorziene opening.
Stap 6
Dicht het eind van de drukslang met teflonband af, als beste
met hennep en schroef deze in het hefventiel (afb. I/f) dat op
de uitlaatopening is aangebracht (afb. VI/6).
Stap 7
Dicht het eind van het vulpistool (afb. I/b) dat aan de
drukslang aangesloten wordt met teflonband af, als beste met
hennep en verbind aansluitend de drukslang met het
vulpistool (afb. VI/7).
De pomp is nu bedrijfsklaar!
Belangrijk:
De pomp is zeer gevoelig voor luchtaansluitingen in
het aanzuiggebied. Daarom is het zeer belangrijk de
aanwijzingen uiterst precies op te volgen om
onnodige erger te vermijden.
De zuighoogte van 2 m moet niet overschreden
worden.
Het reservoir niet geheel leeg zuigen omdat anders
het totale ontluchtingsproces herhaald moet worden.
De pomp mag niet tegen een druk in draaien.
Controleer de dichtheid van de slangklemmen voor
iedere inbedrijfstelling.
Alle schroefdraadverbindingen goed afdichten.
Pomp en zuigslang zorgvuldig vullen.
1.
De pomp moet onmiddellijk na het vulproces
uitgeschakeld worden.
2.
Laat de pomp tijdens het gebruik nooit onbewaakt.
3.
Gevolgschades kunnen niet gewaarborgd worden.
Overige gevaren en beschermingsmaatregelen
Elektrische gevaren
Bedreiging
Beschrijving
Direct
Stroomsschok.
elektrisch
contact
Indirect
Stroomsschok.
elektrisch
door vloeistof.
contact
Overige bedreigingen
Bedreiging
Beschrijving
Uitgeworpen
Dieselolie kan
voorwerpen
uit de pomp
of vloeistoffen
eruit spuiten en
zware letsels
veroorzaken.
Uitglijden,
De netkabel en
struikelen of
het apparaat
vallen van
zelf kunnen
personen
struikelgevaar
betekenen.
Onderhoud en verzorging
Let op - levensgevaar door stroomschok! Koppel voor iedere
reiniging en verzorging het apparaat van het net af. Let op -
gevaar van apparaatbeschadigingen! Reinig het apparaat
nooit onder stromend water of in afwaswater. Gebruik voor
het reinigen geen scherpe schoonmaakmiddelen of harde
voorwerpen omdat deze het apparaat kunnen beschadigen.
Maak het apparaat af en toe met een vochtige doek schoon.
De pomp zelf eist geen bijzonder onderhoud. De zuig- en
drukleidingen moeten steeds vrij van vreemde voorwerpen
zijn en moeten altijd schoon gehouden worden.
Beschermingsmaatregel(en)
RCD
RCD
Beschermingsmaatregel(en)
Draag steeds handschoenen
en een veiligheidsbril.
Neem hiervoor desbetreffende
maatregelen (een geschikte
opstelplaats, het met
opschriften kenmerken van
deze plaats, etc.)