Fout
Brood in het midden niet
doorgebakken
Open, grove structuur of
gaten
Schimmelachtig, niet
gebakken oppervlak
Broodsneden onregelmatig
of plakkerig
Meelresten op de korst van
het brood
* Oplossing van de fouten
a)
Meet en weegt u de ingrediënten zorgvuldig af.
b)
Past u de hoeveelheden correct aan en controleert u, of u een van de ingrediënten vergeten hebt.
c)
Neemt u een andere vocht of laat u dit tot kamertemperatuur afkoelen. Voegt u de ingrediënten
toe in de voorgeschreven volgorde. Maakt u een klein kuiltje in het midden en doet u daar de
gebrokkelde of droge gist in. Vermijdt u direct contact van de gist met het vocht.
d)
Gebruikt u alleen verse ingrediënten, die op de juiste wijze bewaard zijn.
e)
Reduceert u de totale hoeveelheid ingrediënten. Gebruikt u in geen geval meer meel dan
aangegeven. Reduceert u alle ingrediënten eventueel met 1/3.
f)
Corrigeert u de hoeveelheid vocht. Als u vochtige ingrediënten gebruikt, moet de hoeveelheid
vocht dienovereenkomstig gereduceerd worden.
g)
Bij zeer vochtig weer 1-2 eetl. minder gebruiken
h)
Gebruikt u koud vocht.
i)
Neemt u het brood meteen na het bakken uit de vorm en laat u het op een rooster minstens een
kwartier afkoelen, voordat u het snijdt.
k)
Gebruikt u minder gist of reduceert u eventueel alle ingrediënten met ¼.
l)
Voegt u 1 EL tarwelijm bij het deeg.
Opmerkingen over de recepten
1. Ingrediënten
•
Omdat ieder ingrediënt een bepaalde rol bij het al dan niet slagen van het brood speelt, is bij het
toevoegen van de ingrediënten het afmeten net zo belangrijk als de juiste volgorde.
•
De belangrijkste ingrediënten, zoals vocht, meel, zout, suiker en gist (zowel droge gist als
verse gist kan gebruikt worden) beïnvloeden het succesvolle resultaat bij de bereiding van brood
en deeg. Gebruik daarom steeds de gepaste hoeveelheden in een juiste verhouding tot elkaar.
•
De ingrediënten moeten steeds koud zijn resp. kamertemperatuur hebben om een optimaal
bakresultaat te bereiken.
•
Margarine, boter en melk beïnvloeden louter de smaak van het brood.
•
Gluten (tarwelijm), dat bij het kneden in het meel ontstaat, zorgt voor de structuur van het brood.
Het ideale meelmengsel bestaat uit 40% volkorenmeel en 60% wit meel.
•
Indien u hele graankorrels wenst toe te voegen, laat u deze vooraf een nacht weken. Verlaag op
passende wijze de hoeveelheid meel en vocht (tot maximum 1/5 minder).
Oorzaak
−
te veel of te weinig vocht
−
hoog vochtgehalte, bijv. bij recepten met vochtige
ingrediënten zoals yoghurt
−
te veel water
−
geen zout
−
hoog vochtgehalte, te warm water
−
te heet vocht
−
broodvolume groter dan de vorm
−
hoeveelheid meel te groot, vooral bij wit brood
−
te veel gist of te weinig zout
−
te veel suiker
−
behalve de suiker nog andere zoete ingrediënten
−
brood niet voldoende afgekoeld (damp ontweken)
−
meel wordt bij het kneden niet goed in het deeg
verwerkt
Oplossing
a/b/g
h
g
g
b
h/i
c
a/f
f
a/b
a/b
b
i
g / l
55