13.
Onderhoud en verzorging
De buitenkant van het model en de afstandsbediening mogen uitsluitend met een zachte, droge doek of borstel wor-
den gereinigd. U mag in geen geval agressieve schoonmaakmiddelen of chemische oplosmiddelen gebruiken omdat
hierdoor het oppervlak van de behuizingen beschadigd kan worden.
Alle draaibare onderdelen moeten gemakkelijk kunnen bewegen, maar mogen geen speling in de lagers vertonen. De
motorassen en de rotoras moeten volledig recht zijn afgesteld en mogen niet „onrond" lopen.
Gebruik bij vervanging van mechanische onderdelen uitsluitend de door de fabrikant aangeboden originele
reserveonderdelen.
De reserveonderdelenlijst vindt u op onze internetpagina www.conrad.com in het downloadgedeelte van het
betreffende product.
a) Vervangen van de rotorbladen
Als een rotorblad door contact met een hindernis zicht-
bare schade heeft opgelopen (scheuren of afgebroken
delen), moet het rotorblad worden vervangen.
Eerst moeten de kogelpannen van de aansturingsstan-
gen (1) voorzichtig van de kogelscharnieren van de ro-
torbladen worden afgekoppeld. Gebruik daarvoor een
pincet of een geschikte punttang. Aansluitend worden
de houderschroeven (2) verwijderd.
Daarna worden de beide rotorbladen van elkaar ge-
scheiden en van de rotorkop afgenomen.
Bij de montage van de nieuwe rotorbladen moeten
eerst de beide draaitappen (3) in de rotorkop worden
gestoken en aansluitend beide bladen aan elkaar wor-
den gevoegd.
Wanneer de rotorbladen juist gemonteerd zijn, worden
de houderschroeven ingedraaid.
Tot slot worden de aansturingsstangen opnieuw inge-
hangen. Werk bij het aandrukken van de kogelpannen
met de nodige fijngevoeligheid opdat u de rotorbladaan-
sturing niet beschadigd of delen afbreekt.
Afbeelding 19
105