2. Breng de beschermkappen weer op de voedingseenheid aan.
3. Bevestig de voedingseenheid in de doos.
4. Plaats het bedieningspaneel in het raampje en steek dit in de voedingseen-
heid in.
Functiebeschrijving
Schuifschakelaar hand/auto
In de schuifschakelaarstand " " worden alleen handmatige verplaatsingscom-
mando's en noodsignalen uitgevoerd (bijv.: OP, STOP, NEER bij drukken op
de toets).
In de schuifschakelaarstand "
" worden automatische verplaatsingscom-
mando's uitgevoerd (stuursignalen via groepsbesturingsingangen)
Noodsignaal
Een noodsignaal (bijv. wind) wordt gesignaleerd door het oplichten van het
controlelampje. Er is een noodsignaal actief, wanneer een permanent scha-
kelsignaal langer dan 5 seconden op de groeps- of afzonderlijke besturingsin-
gangen ligt.
Via codeerschakelaar 1 kan de functie NOODSIGNAAL worden aan-/uitgezet.
Groepsbesturing
Onder een groep wordt de besturing van meerdere buismotoren op hetzelfde
moment verstaan.
RESET-toets
Door op de RESET-toets te drukken (met een balpen of iets dergelijks) worden
de tussenpositie en de ventilatie-/kantelpositie gewist.
Tussenpositie
De tussenpositie is een vrij te kiezen positie van rolluik/zonwering/jaloezie,
tussen de bovenste en onderste eindpositie. Deze positie kan na de program-
mering vanuit de bovenste positie worden aangelopen.
Hiervoor drukt u twee keer kort achter elkaar op de NEER-toets.
49 - nl