Montage- en gebruiksaanwijzing
De besturing beschikt over een stuurspanning van 24 V DC, die via de LED+UB wordt weergegeven. De voedingstrafo is aan
de primaire kant (F2) en aan de secundaire kant (F1) beveiligd. De LED dooft wanneer de besturing spanningsvrij wordt ge-
schakeld, bijvoorbeeld door het veiligheidscircuit of door het bedienen van de NOODSTOP schakelaar.
Met de schuifschakelaar DIP1 kan het omhoog bewegen van zelfvergrendeling (DIP1=ON) naar dodeman (DIP1=OFF) wor-
den omgeschakeld.
Geïntegreerde bedieningselementen
• Deur OMHOOG
Door op de OMHOOG-toets (voorzijde) te drukken, opent de deur in zelfvergrendeling. Bij het bereiken van de bovenste
eindpositie of activering van een veiligheidsfunctie (bv. noodstopschakelaar) stopt de deur automatisch.
Indien de deur tijdens het omlaag bewegen in de OMHOOG-richting moet worden omgezet, dan moet eerst de stoptoets
worden ingedrukt.
• STOP
De openende of sluitende deur kan door het indrukken van de STOP-toets (voorzijde) in iedere positie onmiddellijk worden
gestopt.
• Deur OMLAAG
Door op de OMLAAG-toets (voorzijde) te drukken, sluit de deur in dodemanbedrijf. Bij het bereiken van de onderste eind-
positie stopt de deur automatisch.
Besturingsingangen en externe contactgevers
• Externe contactgevers (OMHOOG STOP OMLAAG)
Er kan een extra drievoudige druktoets worden aangesloten, die dezelfde functies heeft als de toetsen op de voorzijde van
de besturing.
• NOODSTOP-schakelaar (NOODSTOP)
Op de klemmen „Stuuringangen" 5/6 kan een externe NOODSTOP-toets worden aangesloten.
• Slappekabeleindschakelaar (NOODSTOP)
In serie met de NOODSTOP-schakelaar kan een slappekabeleindschakelaar worden aangesloten.
Potentiaalvrij relais
Relais Rel1 wordt via de functie-eindschakelaar S7 (oranje nok) aangestuurd. Via de klemmen C, NC, NO staat een potenti-
aalvrij wisselaarcontact ter beschikking.
24
Functiebeschrijving