4 Het toestel opstellen en aansluiten
De monitor kan als vrijstaand tafelmodel gebruikt of
met behulp van het montageframe CDM-2002R van
MONACOR in een rack (482 mm/19") ingebouwd
worden.
De in- en uitgangen mogen enkel aangesloten en
gewijzigd worden, wanneer het toestel uitgescha-
keld is.
1) Sluit de video-ingang van het kanaal A (15) via
een 75 Ω-coaxkabel aan op de uitgang van de
bewakingscamera resp. de camera-omschake-
laar of de video-splitter.
Indien er een tweede camera of een tweede
bewakingskanaal beschikbaar is, sluit dan de
ingang van het kanaal B (17) overeenkomstig aan.
2) Wenst u voor de parallelle bewaking meer dan
één monitor op te stellen, verbind de video-uit-
gang (16 resp. 18) dan steeds via een 75 Ω-mo-
nitor met de video-ingang (15 resp. 17) van de
volgende monitor.
Op elk van de jacks VIDEO OUT kunt u echter
ook een videorecorder aansluiten om tegelijk
beelden op te nemen.
Belangrijk: Laat geen ongebruikte kabels of
stekkers in de OUT-jacks steken. Anders func-
tioneert de automatische omschakeling van de
impedantie voor de ingangsjacks niet correct.
3) Indien de camera met een microfoon en een aan-
gepaste voorversterker uitgerust is, stuurt u het
geluidssignaal via een afgeschermde kabel naar
de cinch-jack AUDIO IN (19). Op deze jack kunt u
echter ook de audio-uitgang van een videorecor-
der aansluiten.
Het geluidssignaal kan via de jack AUDIO
OUT (20) naar een parallelgeschakelde monitor
of naar een videorecorder gestuurd worden.
4) Ten slotte verbindt u het meegeleverde netsnoer
eerst met de jack AC IN (14) en vervolgens plugt
u het snoer in een stopcontact.
rado permite efectuar también una vigilancia acú-
stica del rango.
4 Instalación y conexión
Es posible poner el monitor sobre una mesa o
ponerlo dentro un rack estándar (482 mm/19")
gracia al soporte de montaje CDM-2002R de
MONACOR (en opción).
Todas las conexiones tienen que estar efectuadas o
modificadas sólo cuando el monitor está desconec-
tado.
1) Conectar la entrada vídeo del canal A (15) vía un
cable coaxial 75 Ω a la salida de la cámara/del
selector de cámaras/al secuenciador.
Si una segunda cámara o un segundo canal
de vigilancia existe, conectar la entrada al canal
B (17) correspondientemente.
2) Si varios monitores tienen que estar conectados
para la vigilancia paralela, siempre conectar la
salida vídeo (16 o 18) vía un cable coaxial 75 Ω a
la entrada vídeo (15 o 17) del monitor siguiente.
Es posible conectar alternativamente un gra-
bador de vídeo a las tomas VIDEO OUT para
grabar las imágenes al mismo tiempo.
Importante: No dejar cables o enchufes inutiliza-
dos conectados a las tomas OUT. En caso con-
trario, la conmutación automática de las impe-
dancias de las tomas de entradas no funcionaria
correctamente.
3) Si la cámara está equipada de un micrófono y de
un preamplificador correspondiente, aplicar la
señal del sonido vía un cable blindado, a la toma
RCA AUDIO IN (19). También la salida audio de
un grabador de vídeo puede estar conectar a
esta toma.
La señal del sonido puede estar dirigido vía la
toma AUDIO OUT (20) a un monitor conectado
en paralelo o un grabador de vídeo.
4) Finalmente conectar el cable de red entregado
primeramente a la toma AC IN (14) y después,
éste, a una toma de red.
5 Werking
1) Schakel met de POWER-schakelaar (12) de
monitor in. De rechthoekige LED (13) licht op, en
enkele seconden later ook het beeldscherm.
2) Nadat alle apparatuur van het bewakingssy-
steem ingeschakeld zijn, selecteert u met de keu-
zeschakelaar VIDEO (11) de camera (A of B)
resp. het videokanaal.
3) Indien het te bewaken terrein goed verlicht is,
plaatst u de schuifschakelaar DC-REST (21) aan
de achterzijde van het toestel in de ON-stand. Bij
een zwakke verlichting schuift u de schakelaar in
de OFF-stand.
4) Stel met de helderheidsregelaar BRIGHT (5) en
de contrastregelaar CONTRAST (6) een opti-
maal beeld in.
5) Indien het beeld zou doorlopen (figuur 3), stel
dan met de regelaar V-HOLD (3) een stabiel
beeld in.
6) Wanneer er geen lijnsynchronisatie uitgevoerd
wordt (figuur 4), stel dan met de regelaar
H-HOLD (4) een stabiel beeld in.
7) Regel met de SHARPNESS-regelaar (7) de
beeldscherpte bij.
8) Selecteer met de SCAN-schakelaar (10) de
gewenste beeldweergave:
OVER-stand (toets is niet ingedrukt)
Het beeld wordt iets vergroot. De randzo-
nes van het beeld zijn evenwel niet zicht-
baar.
UNDER-stand (toets ingedrukt)
Het beeldscherm wordt niet volledig opge-
vuld, d.w.z. dat er rond het beeld zwarte
randen verschijnen, maar de randzones
van het beeld zijn nu wel zichtbaar.
Met de regelaars V-SIZE (1) en H-SIZE (2) kan
de beeldbreedte resp. de beeldhoogte in functie
van de geselecteerde beeldweergave nog fijner
afgeregeld worden. Regel beeldbreedte en
beeldhoogte hierbij gelijktijdig af, zodat de beeld-
geometrie niet gewijzigd wordt (ronde voorwer-
pen mogen niet ovaal weergegeven worden). Als
5 Funcionamiento
1) Encender el monitor con el interruptor On/Off
(12): El diodo rectangular (13) se enciende, sirve
de testigo de funcionamiento; algunos segundos
después, la pantalla está clara.
2) Una vez todos los aparatos del sistema de vigi-
lancia están conectados, seleccionar la cámara
(A o B) o el canal vídeo con el selector VIDEO
(11).
3) Si la zona de vigilancia está iluminiada con una
luz muy fuerte, poner el potenciómetro DC-REST
(21) del panel trasero, en la posición ON. En
caso de una luz más débil, ponerlo en OFF.
4) Utilizar los ajustes BRIGHT (5) y CONTRAST (6)
para ajustar una imagen óptima.
5) Si la imagen salta (ver esquema 3), utilizar el ajus-
te V-HOLD (3) para estabilizar la imagen.
6) Si las líneas no están sincronizadas (esquema
4), utilizar el ajuste H-HOLD (4) para establizar la
imagen.
7) Con el ajuste SHARPNESS (7), ajustar la clari-
dad de la imagen.
8) Utilizar el selector SCAN (10) para seleccionar el
modo de pantalla:
posición OVER (tecla no apretada)
La imagen está aumentada un poco, los
bordes de la imagen no se ven.
posición UNDER (tecla apretada)
bordes negros aparecen en la pantalla,
pero la imagen está completamente visible.
Utilizar los ajustes V-SIZE (1) y H-SIZE (2) para
el ajuste más fino de la anchura y la altura de la
imagen en función del modo de pantalla selec-
cionado. Efectuar las modificaciones de la an-
chura y altura necesarias al mismo tiempo de tal
manera que la geometría de la imagen no este
modificada (por ejemplo, las cosas rondas no tie-
nen que estar ovalas). Como ayuda de ajuste es
a notar que, los ajustes están encajados a la
posicíon media para marcar el ajuste estándar.
hulp bij de instelling klikken de regelaars in de
middelste stand in, zodat de standaardinstelling
gemarkeerd is.
9) Stel met de VOLUME-regelaar (8) het geluidsvo-
lume in. Indien er geen geluidssignaal naar de
monitor gestuurd wordt, stelt u de regelaar in de
minimumstand (naar links draaien).
6 Technische gegevens
Beeldbuis: . . . . . . . . . . . . . . zichtbare diagonaal
47 cm (20")
Resolutie: . . . . . . . . . . . . . . . > 900 lijnen
Lineariteit: . . . . . . . . . . . . . . hor. 10 %, vert. 10 %
Synchronisatie, met automatische omschakeling
CCIR: . . . . . . . . . . . . . . . . h. 15 625 Hz, v. 50 Hz
EIA: . . . . . . . . . . . . . . . . . . h. 15 750 Hz, v. 60 Hz
2 x video-ingang: . . . . . . . . . 1 Vss (BNC)
Omschakeling van de
impedantie: . . . . . . . . . . . . . automatisch 75 Ω/
hoogohmig
2 x video-doorvoeruitgang: . 1 Vss (BNC)
1 x audio-ingang: . . . . . . . . . 300 mV (cinch)
1 x audio-doorvoeruitgang: . 300 mV (cinch)
Audio-uitgangsvermogen: . . 1 W
Omgevings-
temperatuurbereik: . . . . . . . . 0–40 °C
Voedingsspanning: . . . . . . . 100–240 V~/
50–60 Hz
Vermogensverbruik: . . . . . . . 50 VA
Afmetingen (B x H x D): . . . . 445 x 442 x 380 mm
Gewicht: . . . . . . . . . . . . . . . . 17,7 kg
Opgemaakt volgens de gegevens van de fabrikant.
Deze behoudt zich het recht voor de technische
gegevens te veranderen.
9) Ajustar el volumen con el ajuste VOLUME (8). Si
no señal está transmitida al monitor, poner el
ajuste VOLUME (8) sobre el mínimo (girar en el
sentido contrario de las agujas de reloj).
6 Características técnicas
Tubo de imagen: . . . . . . . . . diagonal visible
47 cm (20")
Resolución: . . . . . . . . . . . . . > 900 líneas
Linearidad: . . . . . . . . . . . . . . hor. 10 %, vert. 10 %
Sincronización, conmutable automáticamente
CCIR: . . . . . . . . . . . . . . . . hor. 15 625 Hz,
vert. 50 Hz
EIA: . . . . . . . . . . . . . . . . . . hor. 15 750 Hz,
vert. 60 Hz
2 x entrada vídeo: . . . . . . . . 1 Vpp (BNC)
Conmutación de
impedancia: . . . . . . . . . . . . . automática 75 Ω/
alta impedancia
2 x salida vídeo inserción: . . 1 Vpp (BNC)
1 x entrada audio: . . . . . . . . 300 mV (RCA)
1 x salida audio inserción: . . 300 mV (RCA)
Potencia de salida audio: . . . 1 W
Temperatura de utilización: . 0–40 °C
Alimentación: . . . . . . . . . . . . 100–240 V~/
50–60 Hz
Consumo: . . . . . . . . . . . . . . 50 VA
Dimensiones (L x A x P): . . . 445 x 442 x 380 mm
Peso: . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17,7 kg
Datos constructor.
Sujeto al cambio.
NL
B
E
9