Controleer ook de andere onderdelen van
de trimmerkop en reinig deze indien nodig.
Algemene veiligheidsinstructies
voor de bosmaaier
•
Voor alle soorten hoog of sterk gras wordt een
grasmaaiblad gebruikt.
•
De grasmaaibladen en grasmessen mogen niet
gebruikt worden bij houtachtige stammen.
•
Gebruik hoofdbescherming wanneer u een product
met een maaiblad gebruikt.
•
Draag veiligheidshandschoenen wanneer u het
maaiblad aanraakt of onderhoud uitvoert.
•
Gebruik het product met een goedgekeurd maaiblad.
Gebruik geen maaiblad zonder dat de overige
vereiste onderdelen op juiste wijze zijn aangebracht.
Zorg ervoor dat de installatie op de juiste manier is
uitgevoerd en dat de juiste onderdelen zijn gebruikt.
Door een onjuiste installatie kan het blad worden
weggeslingerd en ernstig letsel toebrengen aan de
gebruiker en/of omstanders.
•
Bedien het product zodanig dat de snijuitrusting zich
onder uw middel bevindt.
•
Raak de hoekoverbrenging niet aan nadat de motor
is uitgeschakeld.
•
De hoekoverbrenging is heet nadat de motor is
uitgeschakeld. Hete oppervlakken kunnen letsel
veroorzaken.
•
Een maaiblad kan letsel veroorzaken als het nog
draait nadat de motor wordt uitgeschakeld of de
gashendel wordt losgelaten.
•
Houd uw handen uit de buurt van het maaiblad. Het
aanraken van het maaiblad kan ernstig letsel
veroorzaken.
•
Schakel de motor uit voordat u werkzaamheden aan
de snijuitrusting uitvoert. Zorg ervoor dat de
snijuitrusting volledig tot stilstand komt. Koppel de
kabel van de bougie los.
•
Zorg ervoor dat het maaiblad volledig is gestopt met
draaien voordat u onderhoudswerkzaamheden
uitvoert.
•
Houd de snijtanden van het blad goed en juist
geslepen.
•
Een verkeerd geslepen of beschadigd blad verhoogt
het risico op ongelukken. Houd de snijtanden van
het blad goed en juist geslepen. Volg de instructies
en gebruik de aanbevolen vijlmal.
•
Controleer de bladbeschermkap op beschadigingen
en vervormingen.
•
Bevestig de transportbescherming op het maaiblad
voordat u het product vervoert of opslaat.
Terugslag
•
Een terugslag is een plotselinge beweging van het
product naar de zijkant, naar voren of naar achteren.
Een terugslag vindt plaats wanneer het
grasmaaiblad of zaagblad een object raakt dat niet
860 - 001 - 28.10.2018
kan worden gemaaid. Op plaatsen waar u moeilijk
kunt zien wat u maait, is er een groter risico op
terugslag.
•
Bij een terugslag bestaat het risico dat het product of
de gebruiker uit zijn positie wordt gebracht. Een
bewegend blad kan omstanders raken en er is kans
op letsel.
•
Gooi een blad dat verbogen is, scheuren vertoont of
gebroken of beschadigd is, weg.
•
Gebruik een scherp blad. Het risico op terugslag is
groter als het blad niet scherp is.
Gras maaien met een grasmaaiblad
1. Sta met uw voeten uit elkaar tijdens het gebruik van
het product. Zorg ervoor dat u stevig staat.
2. Plaats de steunkop lichtjes op de grond. Dit
voorkomt dat het blad de grond raakt.
3. Gebruik een pendelende beweging van rechts naar
links voor een goede maaibeweging. Gebruik de
linkerkant van het blad om te snijden (tussen 8 en 12
uur). (Fig. 27)
4. Kantel het blad naar links bij het maaien van gras.
Let op: Het gras zal hierdoor in een lijn liggen.
5. Gebruik een pendelende beweging van links naar
rechts voor de retourbeweging.
6. Houd bij het werk een ritme aan.
7. Beweeg naar voren en zorg dat u stevig staat.
8. Stop de motor.
9. Verwijder het product uit de klem op het draagstel.
10. Plaats het product op de grond.
11. Verzamel het maaisel.
Algemene veiligheidsinstructies
voor de stoksnoeizaag
•
We raden u aan verdere beschermingsuitrusting
voor hoofd, handen, benen en voeten te gebruiken.
Als u voldoende beschermende kleding draagt,
neemt de kans op persoonlijk letsel door
rondvliegend vuil of onbedoeld contact met de
zaagketting af.
•
Til uw armen niet boven uw schouders bij het zagen
met het product. Blijf niet onder de takken staan die
worden gezaagd.
•
Draag altijd veiligheidshandschoenen wanneer u de
zaagketting aanraakt.
•
Vervang de geleider en de ketting onmiddellijk als
deze beschadigd, defect of verwijderd zijn.
•
Start de motor niet met de geleider in een
zaagsnede. Verwijder de geleider uit de zaagsnede
voordat u de motor start.
•
Gebruik het product niet voor het omzagen van
bomen of een boomstam.
•
Gebruik het product niet voor het snoeien van
struiken of jonge bomen.
293