Installatiehandleiding
(c) Speciale DC-hardware
Afbeelding 17 (a) to (c): Voedings- en aardeklemmen maten F, G en H
1
3
5
(a) Framemaat F en G
132 | CFW-11
DC-
DC+
2
4
6
1
Kap verwijderen
(b) Framemaat H
Afbeelding 18: Verbinding van dynamische remmodule in standaard
modellen van maten F, G en H
OPMERKINGEN OVER CIRCUITS EN APPARATEN
De stroomvoorziening van de omvormer moet voorzien zijn
van een geaard nulpunt. Voor IT-netwerken moeten sommige
interne componenten worden losgekoppeld zoals weergegeven in
afbeeldingen
19
tot 22.
Voorzie de stroomvoorziening van de omvormer van een
afschakelaar. Hiermee kan de voeding van de omvormer zo nodig
worden onderbroken (bijvoorbeeld tijdens onderhoud).
Geschikt voor circuits met een vermogen om niet meer te leveren
dan:
-100 kA symmetrisch bij 240 V of 480 V als de omvormer beschermd
is met zekeringen.
- 65 kA symmetrisch bij 240 V of 480 V als de omvormer beschermd
wordt met omkeerbare stroomonderbrekers.
De zekering die moet worden gebruikt in de ingang moet onder stroom
staan en I
t is gelijk aan of kleiner dan de specificatie in
2
A.2,
A.3
en
A.4
[ga uit van de koudstroomextinctiewaarde (niet de
smeltwaarde)] om de ingangsgelijkrichterdiodes van de omvormer
en van de bedrading te beschermen.
Om te voldoen aan de UL standaard en stroomspecificaties
voor de zekeringen en stroomonderbreker, raadpleeg de
Gebruikshandleiding die kan worden gedownload op: www.weg.
net.
Het gebruik van een afgeschermde motorkabel volgens IEC 60034-25
wordt aanbevolen.
Houd motorkabels op ten minste 25 cm afstand van andere kabels
zoals signaalkabels, sensorkabels, besturingskabels, enz.
2
3
tabellen
A.1,