SYNCHRONISATIETIJDSTIP
De belichting van flitsopnamen vindt altijd plaats met twee lichtbron-
nen, de aanwezige omgevingslicht en het flitslicht. Het flitslicht van de
flitsactivering bepaalt daarbij over het algemeen waar de uitsluitend of
hoofdzakelijk van het flitslicht verlichte motiefdelen in het beeldveld
worden afgebeeld.
Bij het gebruikelijke tijdstip van de flitsontsteking tot het begin van de
belichting kan dit tot schijnbare tegenstellingen leiden, zoals bij de
opname van een voertuig dat door zijn eigen lichtsporen wordt
ingehaald.
De Leica X-U stelt u in staat tussen dit gebruikelijke flitsontstekings-
tijdstip en het einde van de belichting te kiezen:
In het menu
kiezen en in het submenu de gewenste
Flash Sync
instelling kiezen
In dit geval volgen in het vermelde voorbeeld de lichtsporen van de
achterlichten het voertuig, zoals dit te verwachten is. Deze flitstech-
niek verleent daarmee een natuurlijkere indruk van beweging en
dynamiek.
Opmerking:
Bij het flitsen met de kortere sluitertijden ontstaat behalve bij zeer
snelle bewegingen nauwelijks verschil tussen de beide flitstijdstippen.
FLITS-BELICHTINGSCORRECTIES
Met deze functie kan de flitsbelichting onafhankelijk van de belichting
van het aanwezige licht gericht afgezwakt of versterkt worden, bijv.
om bij een buitenopname in de avond het gezicht van een persoon op
de voorgrond lichter te maken, terwijl de lichtsfeer behouden moet
blijven.
1. Driemaal op de bovenzijde resp.
drukken
• De overeenkomstige schaal wordt weergegeven.
2. Gewenste correctiewaarde met linker-/rechterzijde van de
kruisknoppen of instelschakelaar instellen
Beschikbaar zijn waarden van +3 tot -3EV in
• De ingestelde correctiewaarde wordt op de schaal rood
weergegeven.
3. Instelling met
- knop,
MENU/SET
opslaan
• De ingestelde correctiewaarde verschijnt.
Opmerkingen:
• Flitsbelichtingscorrecties veranderen de reikwijdte van het
flitsapparaat.
• Met de bovenzijde resp.
EV+/-
ook de menu's voor belichtingsreeksen en belichtingscorrecties
opgeroe-pen. Ze zijn in een oneindige lus geschakeld en kunnen
daarom door herhaald indrukken van de knop worden geselec-
teerd.
• Een ingestelde correctie blijft actief tot ze op ±
stap), d.w.z. ook na een willekeurig aantal opnamen en ook na
uitschakelen van de camera.
-zijde van de kruisknoppen
EV+/-
⁄
EV-stappen.
1
3
-knop of ontspanner
INFO
-zijde van de kruisknoppen worden
0
wordt gezet (2de
NL
143