AUTOMATISCHE BELICHTINGSREEKSEN
Contrastrijke motieven, die zowel zeer lichte als ook zeer donkere
bereiken vertonen, kunnen - afhankelijk van de verlichting - tot zeer
verschillende beeldeff ecten leiden.
Met de automatische belichtingsreeks kunt u een serie van drie
opnamen met gestaff elde belichting maken. Daarna kunt u de meest
succesvolle opname voor verder gebruik selecteren.
1. Bovenzijde van de kruisknop resp. (
• De overeenkomstige schaal wordt weergegeven.
2. Gewenste stop met linker-/rechterzijde van de kruisknoppen of
instelschakelaar (-/+) instellen
Beschikbaar zijn waarden van +3 tot -3EV in
• De ingestelde stops op de schaal worden rood gemarkeerd.
3. Instelling met
MENU/SET
,
• Het belichtingsreekssymbool wordt weergegeven.
) tweemaal indrukken
EV+/-
⁄
EV-stappen.
1
3
-knop of ontspanknop opslaan
INFO
Opmerkingen:
• Afhankelijk van de belichtingsmodus worden de indelingen door het
veranderen van de sluitertijd (
gegenereerd.
• De volgorde van de opnamen is: correcte belichting/onderbelich-
ting/overbelichting.
• Afhankelijk van de beschikbare combinatie sluitertijd/diafragma
kan het werkgebied van de automatische belichtingsreeks beperkt
zijn.
• Met de bovenzijde van de kruisknop resp. (
menu's voor belichtingscorrectie en fl its-belichtingscorrecties
opgeroepen. Ze zijn in een oneindige lus geschakeld en kunnen
daarom door herhaald indrukken van de knop worden geselec-
teerd.
• Een ingestelde belichtingsreeks blijft actief tot ze op
geschakeld (zie stap 2.), ook na een willekeurig aantal opnamen en
zelfs na het uitschakelen van de camera.
P
/
A
/
M
) of het diafragma (
T
)
EV+/-
) worden ook de
wordt
±0
NL
139