BEELDEIGENSCHAPPEN
NL
Opmerking:
De in de volgende twee alinea's beschreven functies en instellingen
hebben alleen betrekking op opnamen in een van beide JPEG-forma-
ten. Is het DNG-bestandsformaat gekozen, hebben deze instellingen
geen effect, omdat de beeldgegevens in dit geval altijd in de
oorspronkelijke vorm worden opgeslagen.
Contrast, scherpte, kleurverzadiging
Een van de vele voordelen van digitale fotografie is de zeer eenvoudi-
ge wijziging van belangrijke, d.w.z. karakter bepalende, doorslagge-
vende beeldeigenschappen. Bij Leica X-U kunt u drie van de
belangrijkste beeldeigenschappen al voor de opnamen beïnvloeden:
– Het contrast, d.w.z. het verschil tussen lichte en donkere partijen,
bepaalt of een beeld eerder „mat" of „briljant" overkomt. Daarom
kan het contrast door vergroten of verkleinen van dit verschil
worden beïnvloed.
– Een scherpe afbeelding door de juiste afstandsinstelling – tenminste
van het hoofdonderwerp - is een voorwaarde voor een gelukte
opname. De scherpe indruk van een beeld wordt weer sterk
bepaald door de scherpte aan de zijkanten, d.w.z. hoe klein het
overgangsgebied van licht naar donker aan de zijkanten van het
beeld is. Door het vergroten of verkleinen van dit gebied kan dus
ook de indruk van scherpte worden gewijzigd.
126
– De kleurverzadiging bepaalt of de kleuren op het beeld meer „fiets"
en pastelkleurig of „knallend" en bont overkomen.
Bij alle drie beeldeigenschappen kunt u – onafhankelijk van elkaar –
tussen twee stappen kiezen:
In het menu
resp.
Sharpness
Saturation
betreffende submenu's de gewenste instellingen kiezen
resp.
en in de
Contrast