15 Touch-display instellingen
15.1 Brightness (Helderheid)
De helderheid van het aanraakscherm kan in
vijf stappen worden ingesteld.
Het instellen
• Druk zo vaak op de toets
SERVICE
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
SERVICE O
x
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
BRIGHTNESS
ROTATION
• Druk in het aanraakscherm op de sensorto-
RESET
BRIGHTNESS O
• Druk in het aanraakscherm op de sensorto-
60
80
De instelling treedt onmiddellijk in werking.
100
p
q
152
keuzemenu verschijnt.
SERVICE
toets
.
toets
BRIGHTNESS
.
etsen
en kies de gewenste hel-
derheid uit. .
ets van de gekozen helderheid, bijv.
, dat het
SERVICE
SERVICE O
BRIGHTNESS
ROTATION
RESET
ROTATION O
OFF
80
.
ON
15.2 Rotation (Rotatie)
Bij het zwenken van de flitskop in horizontale
richting kan de beeldschermweergave eve-
neens gezwenkt worden.
Het instellen
• Druk zo vaak op de toets
keuzemenu verschijnt.
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
SERVICE
toets
.
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
ROTATION
toets
.
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
ON
toets
.
De instelling treedt onmiddellijk in werking.
, dat het