10.4 SERVO-functie
De SERVO-functie is een eenvoudige slaaf-
functie zonder, c.q. met onderdrukking van
een flits vooraf, waarbij de slaafflitser altijd
een flits ontsteekt zodra deze een lichtim-
puls van de flitser op de camera ontvangt.
In de SERVO-functie is in het algemeen alleen
flitsen met handinstelling mogelijk. Deze
flitsfunctie, waarbij de instellingen met de
hand moeten worden gedaan, wordt na het
instellen van de SERVO-functie automatisch
ingesteld.
TTL
10.4.1 SERVO-flitsfunctie instellen
x
• Stel op de camera een TTL functie in.
0.6- 7.2 m
• Druk in het aanraakscherm zo vaak op de
M-
5,6
35
m
Zoom
F
sensortoets voor de aangegeven functie,
m
EV
dat de aanduiding van het keuzemenu
verschijnt.
MODE
O
REMOTE SLAVE
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
SERVO
toetsen
p
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
q
toets
SYNC
M-Servo
De functie wordt uitgevoerd.
Indien gewenst, kunt u een deelvermogen
M-
instellen, zie 10.4.3.
Zoom 35
m
m
P
1/1
140
en kies de functie
SERVO
.
SERVO
.
10.4.2 Onderdrukking van de flits vooraf, c.q.
het instellen van de synchronisatie
SYNC
M-Servo
• Stel op de camera een TTL functie in.
M-
• Druk in het aanraakscherm zo vaak op de
Zoom 35
m
sensortoets
m
voor de synchronisatie verschijnt.
P
1/1
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
toets:
Synchronisatie zonder flits vooraf.
SYNC
O
Synchronisatie met flits vooraf.
De synchronisatie wordt uitgevoerd.
Als de zo ingestelde synchronisatie niet
correct werkt, ga dan te werk als onder
LEARN
10.4.4 wordt beschreven.
SYNC
, dat het keuzemenu