8. Handleiding naleven
9. Naam van bedrijf en adres
10. Maximale aantal personen
11. Lengte van de lijn
1.3 Interne markering van het product
Op de identificatielijn is ten minste de volgende informatie gedrukt:
Naam van de fabrikant
Norm
Lijnvorm
Productiejaar
Materiaal
2.) Inspectie/controle PBM-lijnen en regelmatige inspectie
Lijnen waarvan het vorige gebruik onbekend is, mogen niet worden
gebruikt. De uitrusting dient de gebruiker ervan persoonlijk ter
beschikking te staan. Vóór elk gebruik moet de gebruiker zich
ervan verzekeren dat de PBM veilig en volledig functioneel is (2.).
Bij twijfel over een veilige toestand van de uitrusting dient het
gebruik direct te worden gestaakt.
Het is absoluut noodzakelijk om het product aan een regelmatige
inspectie te onderwerpen, omdat de veiligheid van de gebruiker
van zijn uitrusting afhangt. Voor en na elk gebruik moet de lijn als
volgt worden gecontroleerd op mogelijke schade (2.).
•
Het naadpatroon moet worden afgedekt door een beschermhuls
of iets dergelijks (2.2)
•
Controleer de eindverbindingen zoals naden, splitsen,
persverbinding (2.3)
•
Tast de kern en mantel met de vingers over de gehele lengte
van de lijn af om verborgen schade te voelen (2.4)
•
Voer een nauwkeurige visuele inspectie uit. In het geval van
zichtbare mantelschade moet de lijn worden vervangen (2.5).
•
Bij dikke plekken, verkleuringen, brandplekken, opgeruwde
plekken of andere ongewone veranderingen wordt het
aanbevolen om de lijn te vervangen (2.6)
De markering moet goed leesbaar zijn (1.1). Als de markering
niet meer leesbaar is, dan is het product niet langer geschikt
voor gebruik. Controleer met name de gordelbanden en lijnen
op scheuren of sneden, en de metalen en kunststofonderdelen
op vervorming (2.1). De controle vóór gebruik kan alleen worden
weggelaten wanneer de uitrusting onderdeel van een nooduitrusting
is en eerder door een deskundige is gecontroleerd en in een
gesloten houder is verpakt. Industriële lijnen moeten minstens één
keer per jaar worden geïnspecteerd door de fabrikant (zie DGUV
312-906) of door de fabrikant geautoriseerde personen (2.8).
De controle moet worden gedocumenteerd.
58