• Verwijder de vier aan de zijkant ingestoken bevestigingsklemmen en verwijder de romprug van de scheepsromp
(afbeelding 2, pos. 1).
• Verwijder het deksel van de RC-box (afbeelding 2, pos. 2) door de beide schroeven te verwijderen.
• Sluit de vaarregelaar aan kanaal 2 van de ontvanger aan. Raadpleeg hiervoor de voorschriften in de handleiding
van de afstandsbediening.
Om de aansluitkabel van de ontvanger van de vaarregelaar in de RC-box te kunnen inbrengen, moet u in de wand
van de RC-box die naar de neus van het schip wijst, een klein kruisje knippen om er de kabel door te voeren.
Als de kabel voldoende ver is ingebracht, moet u de gleuf met een stukje kleefband of een druppel silicone opnieuw
afdichten. Anders kunt u een geschikt gat boren en de kabel met een rubberen tule (niet inbegrepen) afdichten
(afbeelding 2, pos. 3).
Bij vaarregelaars zijn vaak zogenaamde ferrietkernen in de aansluitkabel van de ontvanger gewikkeld.
Deze dienen voor de afvoer en moeten zo dicht mogelijk bij de ontvanger zijn geplaatst.
Voor de aansluiting aan de ontvanger moet vrijblijvend een evt. beschikbare ferrietkern in de RC-box
worden ingevoerd. Wanneer een beetje meer kabel voor de aansluiting aan de ontvanger nodig is, moet
de omwikkeling eventueel een beetje worden uitgebreid.
• Kleef de ontvanger met een stukje dubbelzijdig kleefband (vb. servotape) of een strookje klittenband aan de zijkant
van de RC-box. Hierbij raden wij u aan om een beetje afstand vanaf de bodem van de RC-box te houden opdat
eventueel indringend water niet onmiddellijk de ontvanger beschadigt (afbeelding 2, pos. 4).
• Sluit de roerservo op kanaal 1 van de ontvanger aan. Raadpleeg hiervoor de voorschriften in de handleiding van de
afstandsbediening.
• Losse kabels moeten met een kabelbinder worden samengebonden opdat ze niet in de besturing zouden raken.
80